INHOUD Belangrijke veiligheidsinformatie Inleiding Technische gegevens Energieverbruik Installatie Opslag Seismisch Milieu Elektromagnetische compatibiliteit (EMC) Hantering FCC-richtlijnen en voorschriften voor de specificatie van radionormen (RSS) Locatie Montage Vloermontage Wandmontage Systeemdrukaansluitingen Elektrische aansluitingen maken Belangrijke voorzorgsmaatregelen Procedure Bedieningsinterface Methoden voor starten en stoppen Methoden om te starten Automatische start Handmatige start Handmatige start op afstand Automatische start op afstand, start met delugeklep Sequentiële start Test start Methoden om te stoppen Handmatige stop V2024.02...
Pagina 3
Automatische stop Noodstop Inbedrijfstelling Procedure Onderhoud Octrooien V2024.02...
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINFORMATIE Waarschuwing: Dit product kan leiden tot blootstelling aan chemische stoffen, waaronder DINP, waarvan de staat Californië weet dat het kanker veroorzaakt, en DIDP, waarvan de staat Californië weet dat het aangeboren afwijkingen of andere schade aan de voortplanting veroorzaakt. Waarschuwing: Dit product kan leiden tot blootstelling aan chemische stoffen, waaronder lood en loodverbindingen, waarvan...
De schakelaar van de controller moet in de stand "Off" staan om de deur van de behuizing te kunnen openen. Firetrol kan niet aansprakelijk worden gesteld voor verkeerde toe- passing of onjuiste installatie van haar producten.
INLEIDING Dieselbrandbluspomp controllers zijn ontworpen om dieselmotor aangedreven brandbluspomp te starten. Deze kan de brandbluspomp handmatig starten via de lokale startknop of automatisch door een drukdaling in het sprinklersysteem te detecteren. De controller van de brandbluspomp wordt geleverd met een drukomvormer. De brandbluspomp kan handmatig worden gestopt met de lokale stopknop of automatisch na het verstrijken van een op het scherm programmeerbare timer. De Dieselbrandbluspompbelangrijkste elektrische voeding van de controller bestaat uit twee sets motoraccu's. Daarnaast zijn er twee acculaders aangesloten op de netspanning om de accu's altijd opgeladen te houden. Technische gegevens Beoordeling Waarde Nominaal bedrijfsvoltage Ue Volgens het ratinglabel van de controller Nominale operationele frequentie 50/60 Hz Standaard omgevingstemperatuur 4 °C tot 40 °C Hoogte ≤ 2000 m Relatieve vochtigheid 5% tot 80% Vervuilingsgraad Standaard beschermingsgraad NEMA type 2 Stand-by stroomverbruik N.V.T. Energieverbruik Model Staat 120 VAC 220/240 VAC Uitgangsspanning 12 VDC Geen lading < 0,5 A < 0,5 A 13,8 VDC...
INSTALLATIE Opslag Als de controller niet onmiddellijk geïnstalleerd en onder spanning gezet wordt, raadt Firetrol aan om de instructies in hoofdstuk 3 van NEMA ICS 15 te volgen. Seismisch Dieselbrandbluspomp Controllers zijn optioneel goedgekeurd voor seismisch gebruik en zijn getest in overeenstemming met de normen ICC-ES AC156, IBC 2015 en CBC 2013. Correcte installatie, verankering en montage zijn vereist voor de validatie van dit conformiteitsrapport. Raadpleeg deze handleiding en tekeningen om de vereisten voor seismische montage en de loca- tie van het zwaartepunt te bepalen (neem zo nodig contact op met de fabriek). De fabrikant van de apparatuur is niet verantwoordelijk voor de specificatie en prestaties van ver- ankeringssystemen. De hoofdconstructeur van het project is verantwoordelijk voor de gegevens van de verankering. De aannemer die apparatuur installeert, is verantwoordelijk voor het voldoen aan de vereisten die zijn gespecificeerd door de hoofdconstructeur. Als gedetailleerde seis- mische installatieberekeningen vereist zijn, neem dan voor de uitvoering van dit werk contact op met de fabrikant. Milieu Dieselbrandbluspomp Controllers zijn bedoeld voor installatie op locaties met een omge- vingstemperatuur tussen 4 °C en 40 °C en een relatieve vochtigheid tussen 5% en 80%. Opti- oneel heeft de controller een verlengd temperatuurbereik tot 55 °C en vanaf -5 °C, op voorwaarde dat de controller en de drukwaterleidingen worden verwarmd om te voorkomen dat het water bevriest en de elektronica en het leidingsysteem beschadigd raken. Ze zijn bedoeld voor vervuilingsgraad 3 en dienen te worden geïnstalleerd op een hoogte tot maxi- maal 2000 meter. Raadpleeg de fabriek voor afwijkende installatieomstandigheden. Elektromagnetische compatibiliteit (EMC) Dieselbrandbluspomp De controllers zijn getest voor de strengste voorwaarden voor emissies (omgeving B) en immuniteit (omgeving A), zodat de controllers in beide omgevingen kunnen wor- den geïnstalleerd. Alle besturingsvarianten hebben dezelfde elektronica en voldoen aan deze cri- teria zonder dat er extra maatregelen nodig zijn. Hantering Het gewicht van elke Dieselbrandbluspomp controller staat vermeld op het verpakkingslabel. Lichte controllers vereisen geen speciale instructies voor hantering, terwijl zware controllers zijn uitgerust met hefmiddelen en moeten worden gehanteerd volgens de richtlijnen in Firetrol docu- ment PN12162021, Vereisten voor veilige hantering van grote behuizing. V2024.02...
FCC-richtlijnen en voorschriften voor de specificatie van radionormen (RSS) Om te voldoen aan de vereisten van FCC en Industry Canada voor blootstelling aan RF-straling, moet een afstand van minstens 20 cm worden gehouden tussen de antenne van dit apparaat en alle personen in de buurt. Dit apparaat mag niet samen met een andere antenne of zender wor- den geplaatst of gebruikt. Dit apparaat bevat licentievrije zender(s)/ontvanger(s) die voldoen aan de licentievrije RSS(s) van Innovation, Science and Economic Development Canada. Voor de werking gelden de volgende twee voorwaarden: 1. Dit apparaat mag geen interferentie veroorzaken. 2. Dit apparaat moet alle interferentie accepteren, inclusief interferentie die ongewenste wer- king van het apparaat kan veroorzaken. Conformiteit: CAN ICES-003(B) / NMB-003(B) Dit apparaat voldoet aan deel 15 van de FCC-voorschriften. Voor de werking gelden de volgende twee voorwaarden: (1) dit apparaat mag geen schadelijke interferentie veroorzaken en (2) dit apparaat moet alle ontvangen interferentie accepteren, inclusief interferentie die ongewenste wer- king kan veroorzaken. Opmerking: Deze apparatuur is getest en voldoet aan de beperkingen voor digitale apparaat van klasse A, volgens deel 15 van de FCC-voorschriften. Deze limieten zijn ontwikkeld voor redelijke bescherming tegen schadelijke interferentie bij gebruik van deze apparatuur in een commerciële omgeving. Dit apparaat genereert en gebruikt radiofrequente energie en kan deze uitstralen. Als het apparaat niet volgens de instructies in de handleiding wordt geïnstalleerd en gebruikt, kan dit leiden tot schadelijke interferentie met radiocommunicatie. Het gebruik van deze apparatuur in een woonwijk zal waarschijnlijk schadelijke interferentie veroorzaken, waarbij de gebruiker de interferentie op eigen kosten moet corrigeren. "Bij wijzigingen of aanpassingen die niet uitdrukkelijk zijn goedgekeurd door de partij die ver- antwoordelijk is voor naleving, kan de bevoegdheid van de gebruiker om de apparatuur te bedie- nen komen te vervallen." Locatie Raadpleeg de betreffende werktekeningen om de montageplaats van de controller te bepalen.
De standaardbehuizing van de controller heeft een NEMA type 2-beschermingsgraad. Het is de verantwoordelijkheid van de installateur om ervoor te zorgen dat de standaardbehuizing voldoet aan de omgevingscondities of dat een behuizing met een geschikte classificatie is geleverd. Con- trollers moeten in een gebouw worden geïnstalleerd en zijn niet ontwikkeld voor buitengebruik. De verfkleur kan veranderen als de controller lange tijd wordt blootgesteld aan ultraviolette stra- ling. Montage De controller van de Dieselbrandbluspomp moet stevig worden gemonteerd op een onbrandbare ondersteunende structuur. Vloermontage Op de vloer gemonteerde controllers moeten aan de vloer worden bevestigd via alle gaten in de montagevoeten met hardware die het gewicht van de controller kan dragen. De montagevoeten zorgen voor de nodige vrije ruimte van 305 mm voor stroomvoerende onderdelen. Wandmontage Raadpleeg de maattekening van de controller voor de benodigde montagematen. De controller wordt aan de muur bevestigd met minstens vier (4) muurankers, 2 ankers voor de bovenste montagebeugels en 2 ankers voor de onderste montagebeugels. Voor eenvoudige mon- tage hebben de beugels dezelfde middellijn. Voor een goede luchtcirculatie rondom de appa- ratuur is een vrije ruimte nodig van minstens 152 mm om de controller. 1. Neem deze maat over op de muur met behulp van de maatafdruk of door de afstand tussen de middellijnen van de onderste beugelsleuven te meten. Opmerking: De onderrand van de behuizing moet zich minimaal 305 mm boven de vloer bevinden voor het geval dat de pomp- kamer onder water komt te staan. 2. Boor en bevestig ankers in de muur voor de onderste montagebeugels. 3. Markeer de locatie van de gaten in de bovenste montagebeugels op de muur. 4. Boor en bevestig ankers in de muur voor de bovenste montagebeugels. 5. Installeer bouten en sluitringen in de onderste ankers. 6. ...
Dieselbrandbluspomp controller tegen metaalpuin of boorspanen. Nalaten hiervan kan leiden tot letsel bij personeel, schade aan de controller en vervallen van de garantie. Voorafgaand het maken van veldverbindingen 1. Open de deur van de behuizing en controleer de interne componenten en bedrading op tekenen van gerafelde of losse draden of andere zichtbare schade. 2. Ga na of de controllerinformatie overeenkomt met wat vereist is voor het project: 1. Firetrol catalogusnummer 2. Spanning, capaciteit en chemische samenstelling van de batterij komen overeen met die van de controller 3. De projectinstallateur dient alle benodigde bedrading te leveren voor veldaansluitingen con- form de National Electrical Code, de plaatselijke elektrische code en andere bevoegde instanties. 4. Raadpleeg de juiste tekening met veldaansluitingen voor bedradingsinformatie.
Pagina 11
3. Trek alle draden die nodig zijn voor veldaansluitingen, alarmfuncties op afstand, netstroom en alle andere optionele functies. Breng voldoende draad binnen de behuizing om ver- bindingen te maken met de juiste aansluitpunten voor de lijn, belasting en besturing. Raad- pleeg het juiste aansluitschema voor aansluitpunten en aanvaardbare draadmaat. Raadpleeg de National Electrical Code, NFPA 70, voor de juiste maatvoering van draden. Zorg ervoor dat: 1. De meeraderige bedrading tussen de controller en de motorklemmen 301, 302, 303, 304, 305, 310, 311, 312, 2, 3, 4 en 5 minimaal 14 AWG is. 2. De meeraderige bedrading tussen controller en motorklemmen 1, 9, 10 en 12 is mini- maal 10 AWG is. 3. De meeraderige bedrading tussen controller en motorklemmen 6, 8 en 11 minimaal 8 AWG is. 4. De voedingskabel minimaal 14 AWG is. 4. Maak alle veldaansluitingen naar de alarmfuncties op afstand en eventuele andere opti- onele functies. 5. Sluit de netstroom aan. 6. Controleer of alle aansluitingen correct zijn aangesloten (volgens het aansluitschema) en goed vastzitten. 7. Sluit de deur van de behuizing. V2024.02...
BEDIENINGSINTERFACE A. Status-LED B. Slinger 1 C. Slinger 2 D. Stop E. Test uitvoeren F. Alarmzoemer G. Aanraakscherm H. Gereserveerd voor fabriek I. USB-aansluiting voor het downloaden van logbestanden en software-updates J. Ethernetaansluiting voor standaard TCP/IP -communicatie V2024.02...
METHODEN VOOR STARTEN EN STOPPEN Methoden om te starten Automatische start De controller start automatisch bij detectie van lage druk door de druksensor, wanneer de druk onder de inschakeldrempel zakt. Handmatige start De motor kan ongeacht de systeemdruk worden gestart met Zwengelen 1 of Zwengelen 2 of beide impulsdrukkers, als de hoofdkeuzeschakelaar in de stand HAND staat. De solenoïde brand- stofklep gaat open zodra er op een zwengeldrukker wordt gedrukt en blijft in deze stand staan. Handmatige start op afstand De kan op afstand worden gestart door kortstondig een contact van een handmatige drukknop te sluiten. Automatische start op afstand, start met delugeklep De kan op afstand worden gestart door kortstondig een contact te openen dat is aangesloten op een automatisch apparaat. Sequentiële start Bij een toepassing met meerdere pompen kan het nodig zijn om het automatisch starten van elke motor uit te stellen om te voorkomen dat alle motoren gelijktijdig starten. Test start De kan handmatig in testmodus worden gezet door op de testknop te drukken, of automatisch door de periodieke testfunctie te gebruiken.
INBEDRIJFSTELLING Alleen een geautoriseerde leverancier van veldacceptatie mag doorgaan met de inbedrijfstelling van Dieselbrandbluspomp controllers. Neem contact op met de fabriek als u niet over de vereiste training en autorisatie beschikt. Tot de inbedrijfstelling is voltooid, wordt het hoofdscherm van de controller vervangen door het inbedrijfstellingsmenu en is de automatische modus uitgeschakeld. Procedure De controller in bedrijf stellen: 1. Zet de deur vast in de gesloten stand en zet de stroomonderbreker op ON. 2. Log in met je wachtwoord en doorloop het eerste opstartmenu op het scherm. 3. , 4. ...
ONDERHOUD Voor Firetrol controllers geldt een beperkte garantie en een levensduur van 10 jaar of tot uit- putting van de voorraad, op voorwaarde dat de controller correct wordt geïnstalleerd, in bedrijf gesteld, gebruikt en onderhouden volgens dit document, NFPA 25 en alle toepasselijke onder- houdsnormen. De juiste werking van de controller moet minstens één keer per week worden bevestigd door het volgende uit te voeren: 1. Controleer met het systeem op nominale druk of de drukwaarde binnen het tolerantiebereik ligt. 2. Voer een teststartsequentie uit en controleer of: 1. De motor normaal start, vooral wat betreft zwengelcycli en tijd. 2. Er geen alarmen zijn. 3. De pomp de druk kan verhogen tot boven uitschakeldruk. 4. De motor stopt als de druk na de geconfigureerde testduur boven uitschakeldruk is. Naast het bovenstaande moet minstens één keer per jaar preventief onderhoud plaatsvinden: 1. Zet de controller uit. 2. Voer een visuele inspectie uit van de buitenkant van de controller. 3. Open de behuizing en inspecteer de binnenkant van de controller visueel. 4. Ga na of zich stof ophoopt in de controller. 5. Controleer de spanning van elke dode kabel. 6. Stel de controller weer in bedrijf. V2024.02...
OCTROOIEN Nummer toe- Land Naam kenning Mechanische activator voor contactor 2741881 Mechanische activator voor contactor US8399788B2 Mechanische activator voor elektrische contactor 165512 Mechanische activator voor elektrische contactor 165514 Mechanische activator voor elektrische contactor D803794 Mechanische activator voor elektrische contactor Aangevraagd Mechanische activator voor elektrische contactor 002955393-0001/2 Mechanische activator voor elektrische contactor Aangevraagd Mechanische activator voor elektrische contactor Aangevraagd Digitale bediening brandbluspomp 163254 Digitale bediening brandbluspomp D770313 Digitale bedieningsinterface brandbluspomp Aangevraagd Digitale bedieningsinterface brandbluspomp 002937250-0001 Systeem en methode voor het detecteren van sto- Aangevraagd ringen in een druksensor van een brand- bluspompsysteem Systeem en methode voor het detecteren van sto- Aangevraagd ringen in een druksensor van een brand- bluspompsysteem ...
Pagina 17
Contact Technische ondersteuning Verkoop 3362 Apex Peakway fieldservices@firetrol.com sales@firetrol.com Apex, NC 27502 Verenigde Staten +1-919-460-5200 Publication NS1100J-NL-60 V2024.02...