Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Advertenties

INSTALLATIE- EN ONDERHOUDSHANDLEIDING
VOOR ELEKTRISCHE BRANDBLUSPOMP
CONTROLLERS MODEL FTA1000-1930 - TSA
V2024.02
1

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Firetrol FTA1000-1930-TSA

  • Pagina 1 INSTALLATIE- EN ONDERHOUDSHANDLEIDING VOOR ELEKTRISCHE BRANDBLUSPOMP CONTROLLERS MODEL FTA1000-1930 - TSA V2024.02...
  • Pagina 2: Inhoudsopgave

    INHOUD Belangrijke veiligheidsinformatie Inleiding Technische gegevens Installatie Opslag Seismisch Milieu Elektromagnetische compatibiliteit (EMC) Hantering FCC-richtlijnen en voorschriften voor de specificatie van radionormen (RSS) Locatie Montage Vloermontage Wandmontage Systeemdrukaansluitingen Elektrische aansluitingen maken Belangrijke voorzorgsmaatregelen Procedure Bedieningsinterface Methoden voor starten en stoppen Methoden om te starten Automatische start Handmatige start Handmatige start op afstand Automatische start op afstand, start met delugeklep Noodstart Sequentiële start Test start Methoden om te stoppen Handmatige stop V2024.02...
  • Pagina 3 Automatische stop Noodstop Sequentie werking omschakelaar Omschakelen naar alternatieve stroombron Terugschakelen naar normale stroombron Test sequentie omschakelaar Handmatige bediening Inbedrijfstelling Procedure Onderhoud Octrooien V2024.02...
  • Pagina 4: Belangrijke Veiligheidsinformatie

    BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINFORMATIE Waarschuwing: Dit product kan leiden tot blootstelling aan chemische stoffen, waaronder DINP, waarvan de staat Californië weet dat het kanker veroorzaakt, en DIDP, waarvan de staat Californië weet dat het aangeboren afwijkingen of andere schade aan de voortplanting veroorzaakt. Waarschuwing: Dit product kan leiden tot blootstelling aan chemische stoffen, waaronder lood en loodverbindingen, waarvan...
  • Pagina 5: Gevaar Voor Elektrocutie

    De schakelaar van de controller moet in de stand "Off" staan om de deur van de behuizing te kunnen openen. Firetrol kan niet aansprakelijk worden gesteld voor verkeerde toe- passing of onjuiste installatie van haar producten.
  • Pagina 6: Inleiding

    INLEIDING Elektrische brandbluspomp controllers zijn ontworpen om een door elektromotor of  aangedreven  brandbluspomp te starten. Deze kan de brandbluspomp handmatig starten via de lokale startknop  of automatisch door een drukdaling in het sprinklersysteem te detecteren.  De controller van de  brandbluspomp wordt geleverd met een drukomvormer. De brandbluspomp kan handmatig wor- den gestopt met de lokale stopknop of automatisch na het verstrijken van een op het scherm pro- grammeerbare timer. Deze is uitgerust met een automatische omschakelaar die de controller voedt vanuit de normale  of de alternatieve stroombron. Technische gegevens Beoordeling Waarde Nominale bedrijfsstroom Ie Volgens de motor (pk/kW) Nominaal bedrijfsvoltage Ue Volgens het ratinglabel van de con- troller Nominale operationele frequentie 50/60 Hz Standaard omgevingstemperatuur 4 °C tot 40 °C Hoogte ≤ 2000 m Relatieve vochtigheid 5% tot 80% Vervuilingsgraad Kortsluitstroomclassificatie Icc (SCCR) (A) Volgens het ratinglabel van de con- troller Standaard beschermingsgraad NEMA type 2 Stand-by stroomverbruik 13 W   V2024.02...
  • Pagina 7: Installatie

    INSTALLATIE Opslag Als de controller niet onmiddellijk geïnstalleerd en onder spanning gezet wordt, raadt Firetrol aan  om de instructies in hoofdstuk 3 van NEMA ICS 15 te volgen. Seismisch Elektrische brandbluspomp Controllers zijn optioneel goedgekeurd voor seismisch gebruik en zijn  getest in overeenstemming met de normen ICC-ES AC156, IBC 2015 en CBC 2013. Correcte  installatie, verankering en montage zijn vereist voor de validatie van dit conformiteitsrapport.  Raadpleeg deze handleiding en tekeningen om de vereisten voor seismische montage en de loca- tie van het zwaartepunt te bepalen (neem zo nodig contact op met de fabriek). De fabrikant van  de apparatuur is niet verantwoordelijk voor de specificatie en prestaties van ver- ankeringssystemen. De hoofdconstructeur van het project is verantwoordelijk voor de gegevens  van de verankering. De aannemer die apparatuur installeert, is verantwoordelijk voor het voldoen  aan de vereisten die zijn gespecificeerd door de hoofdconstructeur. Als gedetailleerde seis- mische installatieberekeningen vereist zijn, neem dan voor de uitvoering van dit werk contact op  met de fabrikant. Milieu Elektrische brandbluspomp Controllers zijn bedoeld voor installatie op locaties met een omge- vingstemperatuur tussen 4 °C en 40 °C en een relatieve vochtigheid tussen 5% en 80%.  Opti- oneel heeft de controller een verlengd temperatuurbereik tot 55 °C en vanaf -5 °C, op voorwaarde  dat de controller en de drukwaterleidingen worden verwarmd om te voorkomen dat het water  bevriest en de elektronica en het leidingsysteem beschadigd raken. Ze zijn bedoeld voor vervuilingsgraad 3 en dienen te worden geïnstalleerd op een hoogte tot maxi- maal 2000 meter. Raadpleeg de fabriek voor afwijkende installatieomstandigheden. Elektromagnetische compatibiliteit (EMC) Elektrische brandbluspomp De controllers zijn getest voor de strengste voorwaarden voor emis- sies (omgeving B) en immuniteit (omgeving A), zodat de controllers in beide omgevingen kunnen  worden geïnstalleerd. Alle besturingsvarianten hebben dezelfde elektronica en voldoen aan deze  criteria zonder dat er extra maatregelen nodig zijn. Hantering Het gewicht van elke Elektrische brandbluspomp controller staat vermeld op het ver- pakkingslabel. Lichte controllers vereisen geen speciale instructies voor hantering, terwijl zware  controllers zijn uitgerust met hefmiddelen en moeten worden gehanteerd volgens de richtlijnen in  Firetrol document PN12162021, Vereisten voor veilige hantering van grote behuizing. V2024.02...
  • Pagina 8: Fcc-Richtlijnen En Voorschriften Voor De Specificatie Van Radionormen (Rss)

    FCC-richtlijnen en voorschriften voor de specificatie van radionormen (RSS) Om te voldoen aan de vereisten van FCC en Industry Canada voor blootstelling aan RF-straling,  moet een afstand van minstens 20 cm worden gehouden tussen de antenne van dit apparaat en  alle personen in de buurt. Dit apparaat mag niet samen met een andere antenne of zender wor- den geplaatst of gebruikt. Dit apparaat bevat licentievrije zender(s)/ontvanger(s) die voldoen aan de licentievrije RSS(s) van  Innovation, Science and Economic Development Canada. Voor de werking gelden de volgende  twee voorwaarden:  1.  Dit apparaat mag geen interferentie veroorzaken.  2.  Dit apparaat moet alle interferentie accepteren, inclusief interferentie die ongewenste wer- king van het apparaat kan veroorzaken. Conformiteit: CAN ICES-003(B) / NMB-003(B) Dit apparaat voldoet aan deel 15 van de FCC-voorschriften. Voor de werking gelden de volgende  twee voorwaarden: (1) dit apparaat mag geen schadelijke interferentie veroorzaken en (2) dit  apparaat moet alle ontvangen interferentie accepteren, inclusief interferentie die ongewenste wer- king kan veroorzaken. Opmerking: Deze apparatuur is getest en voldoet aan de beperkingen voor digitale apparaat van  klasse A, volgens deel 15 van de FCC-voorschriften. Deze limieten zijn ontwikkeld voor redelijke  bescherming tegen schadelijke interferentie bij gebruik van deze apparatuur in een commerciële  omgeving. Dit apparaat genereert en gebruikt radiofrequente energie en kan deze uitstralen. Als  het apparaat niet volgens de instructies in de handleiding wordt geïnstalleerd en gebruikt, kan dit  leiden tot schadelijke interferentie met radiocommunicatie. Het gebruik van deze apparatuur in  een woonwijk zal waarschijnlijk schadelijke interferentie veroorzaken, waarbij de gebruiker de  interferentie op eigen kosten moet corrigeren. "Bij wijzigingen of aanpassingen die niet uitdrukkelijk zijn goedgekeurd door de partij die ver- antwoordelijk is voor naleving, kan de bevoegdheid van de gebruiker om de apparatuur te bedie- nen komen te vervallen." Locatie Raadpleeg de betreffende werktekeningen om de montageplaats van de controller te bepalen.
  • Pagina 9: Montage

    De standaardbehuizing van de controller heeft een NEMA type 2-beschermingsgraad. Het is de  verantwoordelijkheid van de installateur om ervoor te zorgen dat de standaardbehuizing voldoet  aan de omgevingscondities of dat een behuizing met een geschikte classificatie is geleverd. Con- trollers moeten in een gebouw worden geïnstalleerd en zijn niet ontwikkeld voor buitengebruik.  De verfkleur kan veranderen als de controller lange tijd wordt blootgesteld aan ultraviolette stra- ling. Montage De controller van de Elektrische brandbluspomp moet stevig worden gemonteerd op een onbrand- bare ondersteunende structuur. Vloermontage Op de vloer gemonteerde controllers moeten aan de vloer worden bevestigd via alle gaten in de  montagevoeten met hardware die het gewicht van de controller kan dragen. De montagevoeten  zorgen voor de nodige vrije ruimte van 305 mm voor stroomvoerende onderdelen. Wandmontage Raadpleeg de maattekening van de controller voor de benodigde montagematen. De controller wordt aan de muur bevestigd met minstens vier (4) muurankers, 2 ankers voor de  bovenste montagebeugels en 2 ankers voor de onderste montagebeugels. Voor eenvoudige mon- tage hebben de beugels dezelfde middellijn. Voor een goede luchtcirculatie rondom de appa- ratuur is een vrije ruimte nodig van minstens 152 mm om de controller.  1.  Neem deze maat over op de muur met behulp van de maatafdruk of door de afstand tussen  de middellijnen van de onderste beugelsleuven te meten. Opmerking: De onderrand van de  behuizing moet zich minimaal 305 mm boven de vloer bevinden voor het geval dat de pomp- kamer onder water komt te staan.  2.  Boor en bevestig ankers in de muur voor de onderste montagebeugels.  3.  Markeer de locatie van de gaten in de bovenste montagebeugels op de muur.  4.  Boor en bevestig ankers in de muur voor de bovenste montagebeugels.  5.  Installeer bouten en sluitringen in de onderste ankers.  6. ...
  • Pagina 10: Elektrische Aansluitingen Maken

    Elektrische brandbluspomp controller tegen metaalpuin of boorspanen. Nalaten hiervan kan leiden tot letsel bij personeel, schade aan de controller en vervallen van de garantie. Voorafgaand het maken van veldverbindingen  1.  Open de deur van de behuizing en controleer de interne componenten en bedrading op  tekenen van gerafelde of losse draden of andere zichtbare schade.  2.  Ga na of de controllerinformatie overeenkomt met wat vereist is voor het project:  1.  Firetrol catalogusnummer  2.  De gegevens op het elektrische typeplaatje van de motor komen overeen met de  nominale spanning, frequentie, FLA en vermogen van de controller.  3.  De projectinstallateur dient alle benodigde bedrading te leveren voor veldaansluitingen con- form de National Electrical Code, de plaatselijke elektrische code en andere bevoegde  instanties.  4.  Raadpleeg de juiste tekening met veldaansluitingen voor bedradingsinformatie.
  • Pagina 11  3.  Trek alle draden die nodig zijn voor veldaansluitingen, alarmfuncties op afstand, netstroom  en alle andere optionele functies. Breng voldoende draad binnen de behuizing om ver- bindingen te maken met de juiste aansluitpunten voor de lijn, belasting en besturing. Raad- pleeg het juiste aansluitschema voor aansluitpunten en aanvaardbare draadmaat.  Raadpleeg de National Electrical Code, NFPA 70, voor de juiste maatvoering van draden.  4.  Maak alle veldaansluitingen naar de alarmfuncties op afstand en eventuele andere opti- onele functies.  5.  Sluit de motor aan op de laadklemmen van de controller.  6.  Zoek het typeplaatje op de Elektrische brandbluspomp motor en noteer het ampèrage bij  volledige belasting.   7.  Vergelijk voltage, fase en frequentie van de netstroom met het gegevensplaatje van de con- troller op de deur van de behuizing voordat u de controller aansluit.  8.  Sluit de netstroom aan.  9.  Controleer of alle aansluitingen correct zijn aangesloten (volgens het aansluitschema) en  goed vastzitten.  10.  Sluit de deur van de behuizing.   V2024.02...
  • Pagina 12: Bedieningsinterface

    BEDIENINGSINTERFACE  A.  Status-LED  B.  Handmatige start  C.  Stop  D.  Transfer-schakelaar test  E.  Test uitvoeren  F.  Alarmzoemer  G.  Aanraakscherm  H.  Gereserveerd voor fabriek  I.  USB-aansluiting voor het downloaden van logbestanden en software-updates  J.  Ethernetaansluiting voor standaard TCP/IP -communicatie V2024.02...
  • Pagina 13: Methoden Voor Starten En Stoppen

    METHODEN VOOR STARTEN EN STOPPEN Methoden om te starten Automatische start De controller start automatisch bij detectie van lage druk door de druksensor, wanneer de druk  onder de inschakeldrempel zakt. Handmatige start Ongeacht de systeemdruk kan de motor worden gestart door op de handmatige startknop te druk- ken. Handmatige start op afstand De motor kan op afstand worden gestart door kortstondig een contact van een handmatige druk- knop te sluiten. Automatische start op afstand, start met delugeklep De motor kan op afstand worden gestart door kortstondig een contact te openen dat is aan- gesloten op een automatisch apparaat. Noodstart De motor kan handmatig worden gestart met de noodhendel. Deze hendel kan in gesloten stand  worden gehouden. Belangrijk: om beschadiging van de contactor te voorkomen, wordt aanbevolen om de motor op deze manier te starten:  1. ...
  • Pagina 14: Automatische Stop

    Automatische stop Deze functie is nooit standaard geactiveerd en moet voor activering worden goed- gekeurd door de bevoegde autoriteit. Automatische stop is alleen mogelijk na een automatische start. Wanneer deze functie is inge- schakeld, wordt de motor automatisch 10 minuten na het herstel van de druk gestopt, aangezien  er geen andere oorzaak van de werking aanwezig is. De vertraging van 10 minuten is aante pas- sen. Noodstop De noodstop is altijd mogelijk in elke startconditie en wordt uitgevoerd met de hoofdschakelaar op  de deur. V2024.02...
  • Pagina 15: Sequentie Werking Omschakelaar

    SEQUENTIE WERKING OMSCHAKELAAR De omschakelaar moet worden gevoed door een secundair elektriciteitsnet of door een nood- aggregaat op locatie, dat voldoet aan de vereisten van een niveau 1, type 10, klasse X -systeem  van NFPA 110, wat betekent dat het binnen 10 seconden stroom zal leveren aan de controller van  de brandbluspomp. Bovendien zal de besturing van de brandbluspomp binnen 10 seconden na het inschakelen van  de voeding volledig operationeel en startklaar zijn. De combinatie van deze twee vereisten bete- kent dat het totale tijdsbestek tussen een normaal stroomverlies en de startgereedheid van de  controller via de alternatieve stroomvoorziening, indien geleverd door een generator, maximaal  20 seconden zal bedragen. Omschakelen naar alternatieve stroombron Wanneer de normale stroombron gedurende ten minste drie seconden buiten de aanvaardbare  parameters valt, wordt een startopdracht voor de generator gegeven. De vertraging van drie  seconden kan worden aangepast om te voldoen aan de vereiste van 10 seconden van de gene- rator, maar dit verhoogt het risico op hinderlijk starten van de generator bij stroomuitval.  Het bewerken van deze waarde vergt bijzondere aandacht. Zodra het alternatieve vermogen gedurende ten minste weer drie seconden binnen aanvaardbare  parameters is, wordt de omschakeling naar de alternatieve energiebron gestart. Terugschakelen naar normale stroombron Als de motor draait blijft de omschakelaar in de alternatieve positie, zolang de alternatieve stroombron binnen aanvaardbare parameters blijft.
  • Pagina 16  3.  Zet de keuzeschakelaar op de omschakelaar in de handmatige modus.  4.  Neem de hendel aan de binnenkant van de deur van de controller en steek deze in het vier- kante gat in de omschakelaar.  5.  Draai de hendel 180° met de klok mee om van alternatieve naar normale positie te gaan, of  180° tegen de klok in om van normale naar alternatieve positie te gaan.  6.  Verwijder de hendel en plaats deze terug op de steun in de deur van de controller.  7.  Trek zo nodig aan de noodstarthendel en vergrendel deze.  8.  Sluit de deur en gebruik de hendels van de schakelaar om de stroom aan beide zijden terug  te zetten. WEES VOORZICHTIG Sluit de deur van de controller niet als de hendel nog in de omschakelaar zit. Bedien de omschakelaar niet handmatig als de stroom nog ingeschakeld is.
  • Pagina 17: Inbedrijfstelling

    INBEDRIJFSTELLING Alleen een geautoriseerde leverancier van veldacceptatie mag doorgaan met de inbedrijfstelling van Elektrische brandbluspomp controllers. Neem contact op met de fabriek als u niet over de vereiste training en autorisatie beschikt. Tot de inbedrijfstelling is voltooid, wordt het hoofdscherm van de controller vervangen door het  inbedrijfstellingsmenu en is de automatische modus uitgeschakeld. Procedure De controller in bedrijf stellen:  1.  Zet de deur vast in de gesloten stand en zet de stroomonderbreker op ON.  2.  Log in met je wachtwoord en doorloop het eerste opstartmenu op het scherm.  3. ...
  • Pagina 18: Onderhoud

    ONDERHOUD Voor Firetrol controllers geldt een beperkte garantie en een levensduur van 10 jaar of tot uit- putting van de voorraad, op voorwaarde dat de controller correct wordt geïnstalleerd, in bedrijf  gesteld, gebruikt en onderhouden volgens dit document, NFPA 25 en alle toepasselijke onder- houdsnormen. De juiste werking van de controller moet minstens één keer per maandworden bevestigd door het  volgende uit te voeren:  1.  Controleer met het systeem op nominale druk of de drukwaarde binnen het tolerantiebereik  ligt.  2.  Voer een teststartsequentie uit en controleer of:  1.  De motor start als de druk onder de inschakeldrempel komt.  2.  Er geen alarmen zijn.  3.  Er geen sprake is van hinderlijk struikelen.  4.  De motor goed start en binnen de verwachte tijd kan accelereren.  5.  De motor in de juiste richting draait.  6.  De pomp de druk kan verhogen tot boven uitschakeldruk.  7.  De motor stopt als de druk na de geconfigureerde testduur boven uitschakeldruk is. Naast het bovenstaande moet minstens één keer per jaar preventief onderhoud plaatsvinden:  1.  Zet de controller uit.  2.  Voer een visuele inspectie uit van de buitenkant van de controller.  3.  Open de behuizing en inspecteer de binnenkant van de controller visueel.  4.  Ga na of zich stof ophoopt in de controller.  5.  Controleer de spanning van elke dode kabel.  6.  Stel de controller weer in bedrijf. V2024.02...
  • Pagina 19: Octrooien

    OCTROOIEN Nummer toe- Land Naam kenning Mechanische activator voor contactor 2741881 Mechanische activator voor contactor US8399788B2 Mechanische activator voor elektrische contactor 165512 Mechanische activator voor elektrische contactor 165514 Mechanische activator voor elektrische contactor D803794 Mechanische activator voor elektrische contactor Aangevraagd Mechanische activator voor elektrische contactor 002955393-0001/2 Mechanische activator voor elektrische contactor Aangevraagd Mechanische activator voor elektrische contactor Aangevraagd Digitale bediening brandbluspomp 163254 Digitale bediening brandbluspomp D770313 Digitale bedieningsinterface brandbluspomp Aangevraagd Digitale bedieningsinterface brandbluspomp 002937250-0001 Systeem en methode voor het detecteren van sto- Aangevraagd ringen in een druksensor van een brand- bluspompsysteem Systeem en methode voor het detecteren van sto- Aangevraagd ringen in een druksensor van een brand- bluspompsysteem  ...
  • Pagina 20 Contact Technische ondersteuning Verkoop 3362 Apex Peakway fieldservices@firetrol.com sales@firetrol.com Apex, NC 27502 Verenigde Staten +1-919-460-5200 Publication NS1000-NL-70 V2024.02...

Inhoudsopgave