Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Advertenties

INSTALLATIE- EN ONDERHOUDSHANDLEIDING
VOOR MIDDELGROTE ELEKTRISCHE
BRANDBLUSPOMP CONTROLLERS MODEL
FTA2000
V2024.02
1

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Firetrol FTA2000

  • Pagina 1 INSTALLATIE- EN ONDERHOUDSHANDLEIDING VOOR MIDDELGROTE ELEKTRISCHE BRANDBLUSPOMP CONTROLLERS MODEL FTA2000 V2024.02...
  • Pagina 2: Inhoudsopgave

      INHOUD Belangrijke veiligheidsinformatie Inleiding Technische gegevens Installatie Opslag Milieu Elektromagnetische compatibiliteit (EMC) Hantering FCC-richtlijnen en voorschriften voor de specificatie van radionormen (RSS) Locatie Montage Vloermontage Wandmontage Systeemdrukaansluitingen Elektrische aansluitingen maken Belangrijke voorzorgsmaatregelen Procedure Bedieningsinterface Methoden voor starten en stoppen Methoden om te starten Automatische start Handmatige start Handmatige start op afstand Automatische start op afstand, start met delugeklep Noodstart Sequentiële start Test start Methoden om te stoppen Handmatige stop V2024.02...
  • Pagina 3 Automatische stop Noodstop Inbedrijfstelling Procedure Onderhoud Octrooien V2024.02...
  • Pagina 4: Belangrijke Veiligheidsinformatie

    BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINFORMATIE Waarschuwing: Dit product kan leiden tot blootstelling aan chemische stoffen, waaronder DINP, waarvan de staat Californië weet dat het kanker veroorzaakt, en DIDP, waarvan de staat Californië weet dat het aangeboren afwijkingen of andere schade aan de voortplanting veroorzaakt. Waarschuwing: Dit product kan leiden tot blootstelling aan chemische stoffen, waaronder lood en loodverbindingen, waarvan...
  • Pagina 5: Gevaar Voor Elektrocutie

    De schakelaar van de controller moet in de stand "Off" staan om de deur van de behuizing te kunnen openen. Firetrol kan niet aansprakelijk worden gesteld voor verkeerde toe- passing of onjuiste installatie van haar producten.
  • Pagina 6: Inleiding

    INLEIDING Middelgrote Elektrische Brandbluspomp controllers zijn ontworpen om een door elektromotor of   aangedreven brandbluspomp te starten. Deze kan de brandbluspomp handmatig starten via de  lokale startknop of automatisch door een drukdaling in het sprinklersysteem te detecteren.  De  controller van de brandbluspomp wordt geleverd met een drukomvormer. De brandbluspomp kan  handmatig worden gestopt met de lokale stopknop of automatisch na het verstrijken van een op  het scherm programmeerbare timer. Technische gegevens Beoordeling Waarde Nominale bedrijfsstroom Ie Volgens de motor (pk/kW) Nominaal bedrijfsvoltage Ue Volgens het ratinglabel van de con- troller Nominale operationele frequentie 50/60 Hz Standaard omgevingstemperatuur 4 °C tot 40 °C Hoogte ≤ 2000 m Relatieve vochtigheid 5% tot 80% Vervuilingsgraad Kortsluitstroomclassificatie Icc (SCCR) (A) Volgens het ratinglabel van de con- troller Standaard beschermingsgraad NEMA type 2 Stand-by stroomverbruik 10 W   V2024.02...
  • Pagina 7: Installatie

    INSTALLATIE Opslag Als de controller niet onmiddellijk geïnstalleerd en onder spanning gezet wordt, raadt Firetrol aan  om de instructies in hoofdstuk 3 van NEMA ICS 15 te volgen. Milieu Middelgrote Elektrische Brandbluspomp Controllers zijn bedoeld voor installatie op locaties met  een omgevingstemperatuur tussen 4 °C en 40 °C en een relatieve vochtigheid tussen 5% en  80%.  Optioneel heeft de controller een verlengd temperatuurbereik tot 55 °C en vanaf -5 °C, op  voorwaarde dat de controller en de drukwaterleidingen worden verwarmd om te voorkomen dat  het water bevriest en de elektronica en het leidingsysteem beschadigd raken. Ze zijn bedoeld voor vervuilingsgraad 3 en dienen te worden geïnstalleerd op een hoogte tot maxi- maal 2000 meter. Raadpleeg de fabriek voor afwijkende installatieomstandigheden. Elektromagnetische compatibiliteit (EMC) Middelgrote Elektrische Brandbluspomp De controllers zijn getest voor de strengste voorwaarden  voor emissies (omgeving B) en immuniteit (omgeving A), zodat de controllers in beide omge- vingen kunnen worden geïnstalleerd. Alle besturingsvarianten hebben dezelfde elektronica en vol- doen aan deze criteria zonder dat er extra maatregelen nodig zijn. Hantering Het gewicht van elke Middelgrote Elektrische Brandbluspomp controller staat vermeld op het ver- pakkingslabel. Lichte controllers vereisen geen speciale instructies voor hantering, terwijl zware  controllers zijn uitgerust met hefmiddelen en moeten worden gehanteerd volgens de richtlijnen in  Firetrol document PN12162021, Vereisten voor veilige hantering van grote behuizing. FCC-richtlijnen en voorschriften voor de specificatie van radionormen (RSS) Om te voldoen aan de vereisten van FCC en Industry Canada voor blootstelling aan RF-straling,  moet een afstand van minstens 20 cm worden gehouden tussen de antenne van dit apparaat en  alle personen in de buurt. Dit apparaat mag niet samen met een andere antenne of zender wor- den geplaatst of gebruikt. Dit apparaat bevat licentievrije zender(s)/ontvanger(s) die voldoen aan de licentievrije RSS(s) van  Innovation, Science and Economic Development Canada. Voor de werking gelden de volgende  twee voorwaarden:  1. ...
  • Pagina 8: Locatie

    Dit apparaat voldoet aan deel 15 van de FCC-voorschriften. Voor de werking gelden de volgende  twee voorwaarden: (1) dit apparaat mag geen schadelijke interferentie veroorzaken en (2) dit  apparaat moet alle ontvangen interferentie accepteren, inclusief interferentie die ongewenste wer- king kan veroorzaken. Opmerking: Deze apparatuur is getest en voldoet aan de beperkingen voor digitale apparaat van  klasse A, volgens deel 15 van de FCC-voorschriften. Deze limieten zijn ontwikkeld voor redelijke  bescherming tegen schadelijke interferentie bij gebruik van deze apparatuur in een commerciële  omgeving. Dit apparaat genereert en gebruikt radiofrequente energie en kan deze uitstralen. Als  het apparaat niet volgens de instructies in de handleiding wordt geïnstalleerd en gebruikt, kan dit  leiden tot schadelijke interferentie met radiocommunicatie. Het gebruik van deze apparatuur in  een woonwijk zal waarschijnlijk schadelijke interferentie veroorzaken, waarbij de gebruiker de  interferentie op eigen kosten moet corrigeren. "Bij wijzigingen of aanpassingen die niet uitdrukkelijk zijn goedgekeurd door de partij die ver- antwoordelijk is voor naleving, kan de bevoegdheid van de gebruiker om de apparatuur te bedie- nen komen te vervallen." Locatie Raadpleeg de betreffende werktekeningen om de montageplaats van de controller te bepalen. De controller moet zich zo dicht mogelijk bij de motor bevinden en in het zicht van de motor. De  controller moet zo worden geplaatst of beschermd dat deze niet kan worden beschadigd door  water dat uit de pomp of pompaansluitingen ontsnapt. Stroomvoerende delen van de controller  mogen zich niet minder dan 305 mm boven de vloer bevinden. Werkafstanden om de controller moeten voldoen aan artikel 110 van de National Electrical Code  (NFPA 70), artikel 26.302 van de Canadian Electrical Code (C22.1), of andere toepasselijke plaat- selijke voorschriften. De standaardbehuizing van de controller heeft een NEMA type 2-beschermingsgraad. Het is de  verantwoordelijkheid van de installateur om ervoor te zorgen dat de standaardbehuizing voldoet  aan de omgevingscondities of dat een behuizing met een geschikte classificatie is geleverd. Con- trollers moeten in een gebouw worden geïnstalleerd en zijn niet ontwikkeld voor buitengebruik.  De verfkleur kan veranderen als de controller lange tijd wordt blootgesteld aan ultraviolette stra- ling.
  • Pagina 9: Systeemdrukaansluitingen

    De controller wordt aan de muur bevestigd met minstens vier (4) muurankers, 2 ankers voor de  bovenste montagebeugels en 2 ankers voor de onderste montagebeugels. Voor eenvoudige mon- tage hebben de beugels dezelfde middellijn. Voor een goede luchtcirculatie rondom de appa- ratuur is een vrije ruimte nodig van minstens 152 mm om de controller.  1.  Neem deze maat over op de muur met behulp van de maatafdruk of door de afstand tussen  de middellijnen van de onderste beugelsleuven te meten. Opmerking: De onderrand van de  behuizing moet zich minimaal 305 mm boven de vloer bevinden voor het geval dat de pomp- kamer onder water komt te staan.  2.  Boor en bevestig ankers in de muur voor de onderste montagebeugels.  3.  Markeer de locatie van de gaten in de bovenste montagebeugels op de muur.  4.  Boor en bevestig ankers in de muur voor de bovenste montagebeugels.  5.  Installeer bouten en sluitringen in de onderste ankers.  6.  Lijn de gaten in de bovenste montagebeugels uit en monteer de bouten en ringen in de  ankers.  7.  Verdik de ankers zo nodig om de achterkant van de behuizing verticaal waterpas te stellen  en de behuizing niet te belasten.  8.  Draai alle ankerbouten vast.  9.  Controleer of de deur van de behuizing vrij open en dicht gaat en of de behuizing waterpas  staat. Systeemdrukaansluitingen De controller heeft één (1) systeemdrukaansluiting nodig van de systeemleiding naar de behui- zing. Hiervoor dient de aansluitfitting van 1/2 inch van de NPT mannelijke poort op de , aan de   l in- ker buitenkant van de behuizing. Raadpleeg NFPA 20 voor de juiste procedure voor de  detectieleiding tussen het pompsysteem en de controller. Als er een afvoer aanwezig is, is de aan- sluiting op de afvoer een conische aansluiting voor plastic buizen. Elektrische aansluitingen maken De elektrische bedrading tussen de voedingsbron en de controller van de brandbluspomp moet  voldoen aan artikel 695 van de National Electrical Code (NFPA 20), paragraaf 32-200 van de ...
  • Pagina 10: Procedure

    Middelgrote Elektrische Brandbluspomp controller tegen metaalpuin of boorspanen. Nalaten hiervan kan leiden tot letsel bij personeel, schade aan de controller en vervallen van de garantie. Voorafgaand het maken van veldverbindingen  1.  Open de deur van de behuizing en controleer de interne componenten en bedrading op  tekenen van gerafelde of losse draden of andere zichtbare schade.  2.  Ga na of de controllerinformatie overeenkomt met wat vereist is voor het project:  1.  Firetrol catalogusnummer  2.  De gegevens op het elektrische typeplaatje van de motor komen overeen met de  nominale spanning, frequentie, FLA en vermogen van de controller.  3.  De projectinstallateur dient alle benodigde bedrading te leveren voor veldaansluitingen con- form de National Electrical Code, de plaatselijke elektrische code en andere bevoegde  instanties.  4.  Raadpleeg de juiste tekening met veldaansluitingen voor bedradingsinformatie.
  • Pagina 11  9.  Controleer of alle aansluitingen correct zijn aangesloten (volgens het aansluitschema) en  goed vastzitten.  10.  Sluit de deur van de behuizing.   V2024.02...
  • Pagina 12: Bedieningsinterface

    BEDIENINGSINTERFACE  A.  Status-LED  B.  Handmatige start  C.  Stop  D.  Niet gebruikt  E.  Test uitvoeren  F.  Alarmzoemer  G.  Aanraakscherm  H.  Gereserveerd voor fabriek  I.  USB-aansluiting voor het downloaden van logbestanden en software-updates  J.  Ethernetaansluiting voor standaard TCP/IP -communicatie V2024.02...
  • Pagina 13: Methoden Voor Starten En Stoppen

    METHODEN VOOR STARTEN EN STOPPEN Methoden om te starten Automatische start De controller start automatisch bij detectie van lage druk door de druksensor, wanneer de druk  onder de inschakeldrempel zakt. Handmatige start Ongeacht de systeemdruk kan de motor worden gestart door op de handmatige startknop te druk- ken. Handmatige start op afstand De motor kan op afstand worden gestart door kortstondig een contact van een handmatige druk- knop te sluiten. Automatische start op afstand, start met delugeklep De motor kan op afstand worden gestart door kortstondig een contact te openen dat is aan- gesloten op een automatisch apparaat. Noodstart De motor kan handmatig worden gestart met de noodhendel. Deze hendel kan in gesloten stand  worden gehouden. Belangrijk: om beschadiging van de contactor te voorkomen, wordt aanbevolen om de motor op deze manier te starten:  1. ...
  • Pagina 14: Automatische Stop

    Automatische stop Deze functie is nooit standaard geactiveerd en moet voor activering worden goed- gekeurd door de bevoegde autoriteit. Automatische stop is alleen mogelijk na een automatische start. Wanneer deze functie is inge- schakeld, wordt de motor automatisch 10 minuten na het herstel van de druk gestopt, aangezien  er geen andere oorzaak van de werking aanwezig is. De vertraging van 10 minuten is aante pas- sen. Noodstop De noodstop is altijd mogelijk in elke startconditie en wordt uitgevoerd met de hoofdschakelaar op  de deur. V2024.02...
  • Pagina 15: Inbedrijfstelling

    INBEDRIJFSTELLING Alleen een geautoriseerde leverancier van veldacceptatie mag doorgaan met de inbedrijfstelling van Middelgrote Elektrische Brandbluspomp controllers. Neem contact op met de fabriek als u niet over de vereiste training en autorisatie beschikt. Tot de inbedrijfstelling is voltooid, wordt het hoofdscherm van de controller vervangen door het  inbedrijfstellingsmenu en is de automatische modus uitgeschakeld. Procedure De controller in bedrijf stellen:  1.  Zet de deur vast in de gesloten stand en zet de stroomonderbreker op ON.  2.  Log in met je wachtwoord en doorloop het eerste opstartmenu op het scherm.  3. ...
  • Pagina 16: Onderhoud

    ONDERHOUD Voor Firetrol controllers geldt een beperkte garantie en een levensduur van 10 jaar of tot uit- putting van de voorraad, op voorwaarde dat de controller correct wordt geïnstalleerd, in bedrijf  gesteld, gebruikt en onderhouden volgens dit document, NFPA 25 en alle toepasselijke onder- houdsnormen. De juiste werking van de controller moet minstens één keer per maandworden bevestigd door het  volgende uit te voeren:  1.  Controleer met het systeem op nominale druk of de drukwaarde binnen het tolerantiebereik  ligt.  2.  Voer een teststartsequentie uit en controleer of:  1.  De motor start als de druk onder de inschakeldrempel komt.  2.  Er geen alarmen zijn.  3.  Er geen sprake is van hinderlijk struikelen.  4.  De motor goed start en binnen de verwachte tijd kan accelereren.  5.  De motor in de juiste richting draait.  6.  De pomp de druk kan verhogen tot boven uitschakeldruk.  7.  De motor stopt als de druk na de geconfigureerde testduur boven uitschakeldruk is. Naast het bovenstaande moet minstens één keer per jaar preventief onderhoud plaatsvinden:  1.  Zet de controller uit.  2.  Voer een visuele inspectie uit van de buitenkant van de controller.  3.  Open de behuizing en inspecteer de binnenkant van de controller visueel.  4.  Ga na of zich stof ophoopt in de controller.  5.  Controleer de spanning van elke dode kabel.  6.  Stel de controller weer in bedrijf. V2024.02...
  • Pagina 17: Octrooien

    OCTROOIEN Nummer toe- Land Naam kenning Mechanische activator voor contactor 2741881 Mechanische activator voor contactor US8399788B2 Mechanische activator voor elektrische contactor 165512 Mechanische activator voor elektrische contactor 165514 Mechanische activator voor elektrische contactor D803794 Mechanische activator voor elektrische contactor Aangevraagd Mechanische activator voor elektrische contactor 002955393-0001/2 Mechanische activator voor elektrische contactor Aangevraagd Mechanische activator voor elektrische contactor Aangevraagd Digitale bediening brandbluspomp 163254 Digitale bediening brandbluspomp D770313 Digitale bedieningsinterface brandbluspomp Aangevraagd Digitale bedieningsinterface brandbluspomp 002937250-0001 Systeem en methode voor het detecteren van sto- Aangevraagd ringen in een druksensor van een brand- bluspompsysteem Systeem en methode voor het detecteren van sto- Aangevraagd ringen in een druksensor van een brand- bluspompsysteem  ...
  • Pagina 18 Contact Technische ondersteuning Verkoop 3362 Apex Peakway fieldservices@firetrol.com sales@firetrol.com Apex, NC 27502 Verenigde Staten +1-919-460-5200 Publication NS2000-NL-30 V2024.02...

Inhoudsopgave