Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Advertenties

INSTALLATIE- EN ONDERHOUDSHANDLEIDING
VOOR JOCKEY POMP CONTROLLERS MODEL
FTA570
 
 
V2024.02
1

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Firetrol FTA570

  • Pagina 1 INSTALLATIE- EN ONDERHOUDSHANDLEIDING VOOR JOCKEY POMP CONTROLLERS MODEL FTA570     V2024.02...
  • Pagina 2: Inhoudsopgave

    INHOUD Belangrijke veiligheidsinformatie Inleiding Technische gegevens Installatie Opslag Seismisch Milieu Elektromagnetische compatibiliteit (EMC) Hantering Locatie Montage Wandmontage Systeemdrukaansluitingen Elektrische aansluitingen maken Belangrijke voorzorgsmaatregelen Procedure Bedieningsinterface De controller configureren Methoden voor starten/stoppen Automatische modus Handmatige modus Uit-modus Slag draaien voor rotatie Inbedrijfstelling Onderhoud V2024.02...
  • Pagina 3: Belangrijke Veiligheidsinformatie

    De schakelaar van de controller moet in de stand "Off" staan om de deur van de behuizing te kunnen openen. Firetrol kan niet aansprakelijk worden gesteld voor verkeerde toe- passing of onjuiste installatie van haar producten.
  • Pagina 4 Waarschuwing: Dit product kan leiden tot blootstelling aan chemische stoffen, waaronder DINP, waarvan de staat Californië weet dat het kanker veroorzaakt, en DIDP, waarvan de staat Californië weet dat het aangeboren afwijkingen of andere schade aan de voortplanting veroorzaakt. Waarschuwing: Dit product kan leiden tot blootstelling aan chemische stoffen, waaronder lood en loodverbindingen, waarvan de staat Californië...
  • Pagina 5: Inleiding

    INLEIDING Firetrol Jockey pomp Controllers zijn bedoeld voor gebruik met brandbluspompsystemen. Ze wor- den gebruikt voor drukbehoud in brandbluspompinstallaties om te voorkomen dat de hoofd- brandbluspomp onnodig wordt ingeschakeld. Ze zijn opgenomen in de lijst van Underwriters' Laboratories, Inc. conform UL508A, de norm voor  industriële controllers. Ze zijn gebouwd om te voldoen aan de vereisten van de goedkeurende  instanties, NEMA en de laatste editie van de NFPA 70 National Electrical Code, of deze zelfs te  overtreffen. Ze voldoen ook aan de vereisten van de Richtlijn Elektromagnetische Compatibiliteit (EMC)  2014/30/EU, de Laagspanningsrichtlijn (LVD) 2014/35/EU, de voorschriften voor Elek- tromagnetische Compatibiliteit (2016 nr. 1091) en de (veiligheids-)voorschriften voor Elektrische  apparatuur (2016 nr. 1101). 1091) and The Electrical Equipment (Safety) Regulations (2016 No.  1101). Deze instructies zijn bedoeld om u te helpen bij de installatie en bediening van deze controllers.  Lees de instructies grondig door voordat u de controller aansluit of gebruikt. Als er onbe- antwoorde vragen zijn, neem dan contact op met de lokale Firetrol vertegenwoordiger of de ser- viceafdeling van de fabriek. Technische gegevens Beoordeling Waarde Nominale bedrijfsstroom Ie Volgens de motor (pk/kW) Nominale isolatiespanning Ui 690, 600 (IEC) Nominaal bedrijfsvoltage Ue Volgens het ratinglabel van de con- troller Nominale impuls weerstandsspanning Uimp 6000 V Nominale operationele frequentie 50/60 Hz Standaard omgevingstemperatuur 4 °C tot 40 °C Hoogte ≤ 2000 m Relatieve vochtigheid 5% tot 80% Vervuilingsgraad Kortsluitstroomclassificatie Icc (SCCR) (A) Volgens het ratinglabel van de con-...
  • Pagina 6: Installatie

    INSTALLATIE Opslag Als de controller niet onmiddellijk geïnstalleerd en onder spanning gezet wordt, raadt Firetrol aan  om de instructies in hoofdstuk 3 van NEMA ICS 15 te volgen. Seismisch Jockey pomp Controllers zijn optioneel goedgekeurd voor seismisch gebruik en zijn getest in over- eenstemming met de normen ICC-ES AC156, IBC 2015 en CBC 2013. Correcte installatie, ver- ankering en montage zijn vereist voor de validatie van dit conformiteitsrapport. Raadpleeg deze  handleiding en tekeningen om de vereisten voor seismische montage en de locatie van het zwaar- tepunt te bepalen (neem zo nodig contact op met de fabriek). De fabrikant van de apparatuur is  niet verantwoordelijk voor de specificatie en prestaties van verankeringssystemen. De hoofd- constructeur van het project is verantwoordelijk voor de gegevens van de verankering. De aan- nemer die apparatuur installeert, is verantwoordelijk voor het voldoen aan de vereisten die zijn  gespecificeerd door de hoofdconstructeur. Als gedetailleerde seismische installatieberekeningen  vereist zijn, neem dan voor de uitvoering van dit werk contact op met de fabrikant. Milieu Jockey pomp Controllers zijn bedoeld voor installatie op locaties met een omgevingstemperatuur  tussen 4 °C en 40 °C en een relatieve vochtigheid tussen 5% en 80%.  Optioneel heeft de con- troller een verlengd temperatuurbereik tot 55 °C en vanaf -5 °C, op voorwaarde dat de controller  en de drukwaterleidingen worden verwarmd om te voorkomen dat het water bevriest en de elek- tronica en het leidingsysteem beschadigd raken. Ze zijn bedoeld voor vervuilingsgraad 3 en dienen te worden geïnstalleerd op een hoogte tot maxi- maal 2000 meter. Raadpleeg de fabriek voor afwijkende installatieomstandigheden. Elektromagnetische compatibiliteit (EMC) Jockey pomp De controllers zijn getest voor de strengste voorwaarden voor emissies (omgeving  B) en immuniteit (omgeving A), zodat de controllers in beide omgevingen kunnen worden geïn- stalleerd. Alle besturingsvarianten hebben dezelfde elektronica en voldoen aan deze criteria zon- der dat er extra maatregelen nodig zijn. Hantering Het gewicht van elke Jockey pomp controller staat vermeld op het verpakkingslabel. Lichte con- trollers vereisen geen speciale instructies voor hantering, terwijl zware controllers zijn uitgerust  met hefmiddelen en moeten worden gehanteerd volgens de richtlijnen in Firetrol document  PN12162021, Vereisten voor veilige hantering van grote behuizing. Locatie Raadpleeg de betreffende werktekeningen om de montageplaats van de controller te bepalen.
  • Pagina 7: Montage

    De controller moet zich zo dicht mogelijk bij de motor bevinden en in het zicht van de motor. De  controller moet zo worden geplaatst of beschermd dat deze niet kan worden beschadigd door  water dat uit de pomp of pompaansluitingen ontsnapt. Stroomvoerende delen van de controller  mogen zich niet minder dan 305 mm boven de vloer bevinden. Werkafstanden om de controller moeten voldoen aan artikel 110 van de National Electrical Code  (NFPA 70), artikel 26.302 van de Canadian Electrical Code (C22.1), of andere toepasselijke plaat- selijke voorschriften. De standaardbehuizing van de controller heeft een NEMA type 2-beschermingsgraad. Het is de  verantwoordelijkheid van de installateur om ervoor te zorgen dat de standaardbehuizing voldoet  aan de omgevingscondities of dat een behuizing met een geschikte classificatie is geleverd. Con- trollers moeten in een gebouw worden geïnstalleerd en zijn niet ontwikkeld voor buitengebruik.  De verfkleur kan veranderen als de controller lange tijd wordt blootgesteld aan ultraviolette stra- ling. Montage Wandmontage Raadpleeg de maattekening van de controller voor de benodigde montagematen. De controller wordt aan de muur bevestigd met minstens vier (4) muurankers, 2 ankers voor de  bovenste montagebeugels en 2 ankers voor de onderste montagebeugels. Voor eenvoudige mon- tage hebben de beugels dezelfde middellijn. Voor een goede luchtcirculatie rondom de appa- ratuur is een vrije ruimte nodig van minstens 152 mm om de controller.  1.  Neem deze maat over op de muur met behulp van de maatafdruk of door de afstand tussen  de middellijnen van de onderste beugelsleuven te meten. Opmerking: De onderrand van de  behuizing moet zich minimaal 305 mm boven de vloer bevinden voor het geval dat de pomp- kamer onder water komt te staan.  2.  Boor en bevestig ankers in de muur voor de onderste montagebeugels.  3.  Markeer de locatie van de gaten in de bovenste montagebeugels op de muur.  4.  Boor en bevestig ankers in de muur voor de bovenste montagebeugels.  5. ...
  • Pagina 8: Elektrische Aansluitingen Maken

    Jockey pomp controller tegen metaalpuin of boorspanen. Nalaten hiervan kan leiden tot letsel bij personeel, schade aan de controller en vervallen van de garantie. Voorafgaand het maken van veldverbindingen  1.  Open de deur van de behuizing en controleer de interne componenten en bedrading op  tekenen van gerafelde of losse draden of andere zichtbare schade.  2.  Ga na of de controllerinformatie overeenkomt met wat vereist is voor het project:  1.  Firetrol catalogusnummer  3.  De projectinstallateur dient alle benodigde bedrading te leveren voor veldaansluitingen con- form de National Electrical Code, de plaatselijke elektrische code en andere bevoegde  instanties.  4.  Raadpleeg de juiste tekening met veldaansluitingen voor bedradingsinformatie. Procedure Alle veldaansluitingen, alarmfuncties op afstand en stroomdraden worden de kast bin- nengebracht via de bovenste of onderste doorvoeropeningen, zoals aangegeven op de maat-...
  • Pagina 9  6.  Zoek het typeplaatje op de Jockey pomp motor en noteer het ampèrage bij volledige belas- ting. Controleer of de overbelasting in de controller is ingesteld voor dat ampèrage.  7.  Vergelijk voltage, fase en frequentie van de netstroom met het gegevensplaatje van de con- troller op de deur van de behuizing voordat u de controller aansluit.  8.  Sluit de netstroom aan.  9.  Controleer of alle aansluitingen correct zijn aangesloten (volgens het aansluitschema) en  goed vastzitten.  10.  Sluit de deur van de behuizing.   V2024.02...
  • Pagina 10: Bedieningsinterface

    BEDIENINGSINTERFACE  1.  LCD-scherm  2.  Keuzeschakelaar Hand-Off-Auto  3.  Menunavigatieknoppen.  1.  Omlaag / waarde verlagen  2.  Configuratie invoeren/ Enter  3.  Omhoog / waarde verhogen  4.  Links  5.  Rechts  4.  Geïntegreerde alarmzoemer  5.  Knop Menu verlaten  6.  Zoemer uitschakelen   V2024.02...
  • Pagina 11: De Controller Configureren

    De controller configureren Druk op de knop Configuratie invoeren om de configuratie in te voeren. Gebruik de knoppen  omhoog en omlaag om de waarde te selecteren die bewerkt moet worden en druk dan op Enter.  Gebruik de knop voor het verhogen of verlagen van de waarde om de waarde te bewerken. Door  deze knoppen ingedrukt te houden, verandert de waarde met een hogere snelheid. Als de waarde  goed is, druk dan op de knop Enter. Bewerkte items worden niet direct toegepast op de controller en worden op het scherm gemar- keerd met een sterretje. Als de nieuwe waarden goed zijn, verlaat dan het menu door de eerste  menuregel te selecteren en op Enter te drukken, of druk op de knop Menu verlaten. Er verschijnt  een bevestigingspop-up met de vraag om de nieuwe waarden toe te passen op de controller,  selecteer "ja" en druk op Enter. De wijzigingen kunnen ongedaan worden gemaakt door "nee" te  selecteren. Methoden voor starten/stoppen Automatische modus Als de keuzeschakelaar op automatisch staat, start de controller automatisch als de druksensor  een lage druk detecteert (onder de inschakeldrempel). De motor wordt automatisch gestopt na het herstel van de druk (boven de uitschakeldrempel), na  een programmeerbare timer voor de runperiode. Handmatige modus Als de keuzeknop op handmatig staat, laat de controller de motor continu draaien. Uit-modus Als de modusselector op Off staat, kan de motor niet worden gestart en wordt hij gestopt als hij  eerder draaide. Slag draaien voor rotatie Door achtereenvolgens de handmatige modus en de uit-modus op de controller toe te passen,  kan de motor een slag worden laten gedraaid en de rotatie worden gecontroleerd. Als de rotatie  onjuist is, schakel dan de stroom uit met de op de deur gemonteerde ontkoppeling. Verwissel  twee bestaande motorkabeldraden die op de motorcontactor in de controller zitten V2024.02...
  • Pagina 12: Inbedrijfstelling

    INBEDRIJFSTELLING  1.  Controleer de instelling van de motoroverbelasting en pas deze zo nodig aan.  2.  Controleer bij draaistroommotoren of de motor draait door de motor een slag te geven. In  geval van onjuiste rotatie schakelt u de controller uit en verwisselt u twee draden aan de  lastzijde van de contactor.  3.  Ga naar het configuratiemenu en voer de juiste waarden in voor  1.  drukeenheid, zo nodig in het submenu Geavanceerd;  2.  uitschakelen  3.  inschakelen;  4.  timer aan;  5.  timer uit.  4.  Sluit het configuratiemenu af en sla de wijzigingen op.  5.  Zet de keuzeknop Hand-Off-Auto op auto. De waarde voor uitschakelen moet minstens 10 PSI meer zijn dan voor inschakelen en moet  eerst worden aangepast.   V2024.02...
  • Pagina 13: Onderhoud

    ONDERHOUD Voor Firetrol controllers geldt een beperkte garantie en een levensduur van 10 jaar of tot uit- putting van de voorraad, op voorwaarde dat de controller correct wordt geïnstalleerd, in bedrijf  gesteld, gebruikt en onderhouden volgens dit document en alle toepasselijke onder- houdsnormen. De juiste werking van de controller moet minstens één keer per maandworden bevestigd door het  volgende uit te voeren:  1.  Controleer met het systeem op nominale druk of de drukwaarde binnen het tolerantiebereik  ligt.  2.  Voer een automatische startsequentie uit op zowel de VFD als de bypass door een druk- daling te creëren en controleer of:  1.  De motor start als de druk onder de inschakeldrempel komt.  2.  Er geen alarmen zijn.  3.  Er geen sprake is van hinderlijk struikelen.  4.  De motor goed start en binnen de verwachte tijd kan accelereren.  5.  De motor in de juiste richting draait.  6.  De pomp de druk kan verhogen tot boven uitschakeldruk.  7.  De motor stopt als de druk   b oven uitschakeldruk is. Naast het bovenstaande moet minstens één keer per jaar preventief onderhoud plaatsvinden:  1.  Zet de controller uit.  2.  Voer een visuele inspectie uit van de buitenkant van de controller.  3.  Open de behuizing en inspecteer de binnenkant van de controller visueel.  4.  Ga na of zich stof ophoopt in de controller.  5.  Maak de ventilatoren en luchtuitlaatfilters schoon van opgehoopt stof.
  • Pagina 14 Contact Technische ondersteuning Verkoop 3362 Apex Peakway fieldservices@firetrol.com sales@firetrol.com Apex, NC 27502 Verenigde Staten +1-919-460-5200 Publication NS570-NL-01 V2024.02...

Inhoudsopgave