5.
Leid de afvoerslang van de hevelinrichting naar
een opvangvat
(Figuur
van 11,4 liter voor niet-TC-modellen of 18,9 liter
voor niet-TC-modellen met het optionele
systeem met hoge stroming of TC-modellen.
6.
Hevel de hydraulische vloeistof van het reservoir
over naar het opvangvat.
7.
Verwijder de hevelinrichting van het reservoir
(Figuur
83).
8.
Vul het hydraulische reservoir met
gespecificeerde hydraulische vloeistof,
7,5 liter (voor niet-TC-modellen) of 15,1 liter
(voor niet-TC-modellen met het optionele
systeem met hoge stroming of TC-modellen)
(Figuur
83).
Belangrijk:
Gebruik uitsluitend de
gespecificeerde hydraulische vloeistoffen.
Andere vloeistoffen kunnen schade aan het
systeem veroorzaken.
9.
Plaats de peilstok terug in de vulbuis en plaats
de dop terug
(Figuur
10.
Start de motor en laat de machine rijden zodat
de vloeistof zich verspreidt door het hydraulische
systeem.
11.
Controleer het peil van de hydraulische vloeistof
en vul indien nodig bij.
De bak omhoog brengen in
noodgevallen
In noodgevallen kan de bak worden opgehaald
zonder de motor te starten, door de startmotor te
laten aanslaan of het hydraulische systeem met een
externe bron te bekrachtigen.
De bak omhoog brengen met
behulp van de startmotor
Opmerking:
Als de motor niet aanslaat, moet u de
lading en de laadbak (werktuig) verwijderen, zodat de
motor kan worden nagekeken.
1.
Verzeker dat transmissiehendel op P (
staat.
2.
Stel de startmotor in werking met de hefhendel
in de stand O
MHOOG
Opmerking:
Laat de startmotor 15 seconden
draaien en wacht vervolgens 60 seconden
voordat u de startmotor opnieuw in werking stelt.
83) met een capaciteit
83).
PARKEREN
.
De bak omhoog brengen door het
hydraulische systeem met een
externe bron te bekrachtigen
Opmerking:
Voor deze procedure zijn 2
hydraulische slangen nodig, elk met een mannelijke
en een vrouwelijke snelkoppeling die op de
koppelingen van het voertuig passen.
1.
Rij het andere voertuig achterwaarts naar de
achterkant van het defecte voertuig.
Belangrijk:
gevuld met Mobil M15. Om verontreiniging
van het systeem te voorkomen, moet u
controleren of het voertuig waarmee u het
hydraulische systeem wilt inschakelen,
dezelfde of een gelijksoortige vloeistof
gebruikt.
2.
Maak de 2 slangen met snelkoppelingen op
beide voertuigen los van de slangen die zijn
bevestigd aan de beugel van de koppeling
(Figuur
84).
1. Snelkoppelslang A
2. Snelkoppelslang B
3.
Sluit de 2 opstartslangen op het defecte voertuig
)
aan op de slangen die zijn losgemaakt
85).
Opmerking:
aansluitingen af.
63
Het hydraulische systeem is
Figuur 84
Sluit de niet-gebruikte
g009822
(Figuur