Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Bandenspanning Controleren - Toro Workman HDX Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor Workman HDX:
Inhoudsopgave

Advertenties

GEVAAR
In bepaalde omstandigheden kan tijdens
het tanken statische elektriciteit worden
ontladen waardoor vonken ontstaan die
brandstofdampen tot ontbranding kunnen
brengen. Brand of explosie van brandstof kan
brandwonden bij u of anderen en materiële
schade veroorzaken.
• Zet brandstofvaten altijd op de grond en
uit de buurt van de machine voordat u de
tank bijvult.
• Brandstofvaten niet in een machine of
vrachtwagen of op aanhanger vullen,
omdat bekleding of kunststof beplating
het vat kunnen isoleren en de afvoer van
statische lading kunnen bemoeilijken.
• Als het praktisch mogelijk is, kunt u het
beste een machine met een benzinemotor
eerst van de vrachtwagen of aanhanger
halen en bijtanken als de machine met de
wielen op de grond staat.
• Als dit niet mogelijk is, verdient het de
voorkeur dergelijke machines op een
vrachtwagen of aanhanger bij te vullen uit
een draagbaar vat, niet met behulp van een
vulpistool van een pomp.
• Als u een vulpistool moet gebruiken, dient
u de vulpijp voortdurend in contact met de
rand van de brandstoftank of de opening
van het vat te houden, totdat het bijvullen
voltooid is.
WAARSCHUWING
Brandstof is schadelijk of dodelijk bij inname.
Langdurige blootstelling aan dampen kan
leiden tot ernstig letsel en ziekte.
• Voorkom dat u dampen lange tijd inademt.
• Houd uw gezicht uit de buurt van de vulpijp
en de opening van een brandstoftank of
een blik of fles met conditioner.
• Voorkom contact met de huid; als dit
toch gebeurt, moet u gemorste vloeistof
afspoelen met zeep en water.
1.
Maak de omgeving van de dop van de
brandstoftank schoon
2.
Verwijder de dop van de brandstoftank
28).
(Figuur
28).
(Figuur
1. Dop van brandstoftank
3.
Vul de tank tot ongeveer 2,5 cm vanaf de
bovenkant van de tank (de onderkant van de
vulbuis) en plaats vervolgens de dop.
Opmerking:
4.
Om brandgevaar te voorkomen, moet u
gemorste brandstof opnemen.
Bandenspanning
controleren
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks
De luchtdruk in de voorbanden moet 2,21 bar
bedragen en in de achterbanden 1,24 bar.
Belangrijk:
Controleer de bandenspanning
regelmatig. Als de banden niet op de juiste
spanning zijn, zullen deze vroegtijdig slijten en
kan de vierwielaandrijving vastlopen.
Figuur 29
toont een voorbeeld van slijtage aan een
band veroorzaakt door een te lage bandenspanning.
1. Te lage bandenspanning
31
Figuur 28
De tank niet te vol vullen.
Figuur 29
g009814
g010294

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

0739007390h07390tc

Inhoudsopgave