Onderhoud
brandstofsysteem
Het luchtfilter van de
koolstofhouder controleren
Onderhoudsinterval: Na de eerste 50
bedrijfsuren—Controleer de
opening van het filter.
Om de 200 bedrijfsuren—Vervang het luchtfilter
van de koolstofhouder.
1.
Zoek het luchtfilter onderaan de koolstofhouder
(Figuur
55).
Figuur 55
1. Filteropening
2.
Zorg ervoor dat de opening onderaan het filter
schoon en vrij is.
3.
Filter verwijderen en nieuw filter monteren
(indien nodig)
Brandstoffilter vervangen
Onderhoudsinterval: Om de 400 bedrijfsuren
1.
Breng de laadbak omhoog (indien aanwezig) en
plaats de laadbakbeveiliging op de uitgetrokken
hefcilinder om de bak omhoog te houden.
2.
Koppel de bedrading van de brandstofpomp los
(Figuur
56).
3.
Maak de slangklem los en ontkoppel
de brandstofleiding van de dop van de
brandstofpomp
(Figuur
g025520
56).
1. Brandstofpomp
2. Slangklem
4.
Verwijder de dop van de brandstofpomp die
boven op de brandstoftank zit
Opmerking:
draaien in de tank wanneer u de brandstofpomp
verwijdert. De brandstofpomp laten draaien in
de brandstoftank kan de vlotter beschadigen.
5.
Verwijder de brandstofpomp en het
brandstoffilter van de tank
6.
Verwijder de klem waarmee de slang van
het brandstoffilter aan de fitting van de
brandstofpomp is bevestigd.
7.
Verwijder de slang van de fitting
8.
Plaats de nieuwe slangklem op de nieuwe
brandstoffilterslang.
9.
Bevestig de slang aan de brandstofpomp en
bevestig de klem.
10.
Steek het geheel in de brandstoftank en draai
de dop vast met een torsie van 20 tot 22 N·m.
11.
Sluit de bedrading aan en bevestig de slang met
de slangklem.
Brandstofleidingen en
-verbindingen controleren
Onderhoudsinterval: Om de 400 bedrijfsuren/Jaar-
lijks (houd hierbij de kortste periode
aan)
Om de 1000 bedrijfsuren/Om de 2 jaar (houd
hierbij de kortste periode aan)
Inspecteer de brandstofleidingen en aansluitingen op
slijtage, beschadigingen of loszittende verbindingen.
49
Figuur 56
3. Brandstofleiding/brandstoffilter
(Figuur
Laat de brandstofpomp niet
(Figuur
56).
(Figuur
g010330
56).
56).