Stalling
1. Parkeer de spuitmachine op een horizontaal oppervlak,
stel de parkeerrem in werking, schakel de pomp uit, zet
de motor af en verwijder het sleuteltje uit het contact.
2. Verwijder vuil en vet van de gehele machine, inclusief
de buitenkant van de cilinder, de koelribben van de
cilinderkop en de ventilatorbehuizing.
Belangrijk: U kunt het voertuig met een mild
reinigingsmiddel en water wassen. Doe dit
niet met een hogedrukreiniger. Daardoor kan
het elektrische systeem worden beschadigd of
noodzakelijk vet op wrijvingspunten worden
weggespoeld. Gebruik niet te veel water in de
buurt van het bedieningspaneel, de verlichting, de
motor en de accu.
3. Reinig het spuitsysteem; zie De spuitmachine reinigen
(bladz. 28).
4. Reinig de zuigers in het klepstel als volgt:
A. Plaats de kleppen in de Uit-stand (as dicht tegen
de ribbel).
Opmerking: Zorg ervoor dat er zich geen water
in de buizen bevindt.
B. Verwijder de 3 vorken waarmee de klepzittingen
aan het klepstel zijn bevestigd.
C. Verwijder met een inbussleutel van 3 mm de
schroeven waarmee de zuigerstellen bevestigd
zitten in het klepstel. Controleer of de veren in
de klep aanwezig zijn.
D. Reinig de zuigers en vervang versleten O-ringen.
E. Breng plantaardige olie aan op alle O-ringen van
de zuigers en breng ze opnieuw aan in het klepstel
met de schroeven die u eerder verwijderd hebt.
Zorg ervoor dat de veren in het klepstel worden
gemonteerd.
F. Bevestig de klepzittingen aan het klepstel met de
3 vorken die u eerder verwijderd hebt.
G. Monteer de slanggeleidingsbeugel op het frame
van de sproeier met de 2 schroeven en moeren die
u eerder verwijderd hebt.
5. Voeg een roestwerend, niet-alcoholgebaseerd
antivriesmiddel voor motorvoertuigen toe aan het
systeem.
A. Laat de spuitmachine leeglopen en laat de pomp
werken tot er lucht uit de spuitdoppen komt.
B. Giet 50 l van een mix met 1/3 antivriesmiddel
voor motorvoertuigen en 2/3 water in de
spuittank.
C. Laat de machine lopen om het antivriesmiddel
gelijkmatig in het systeem te verdelen.
6. Breng de spuitbomen omhoog met behulp van de
hefschakelaars. Breng de spuitbomen omhoog totdat zij
geheel kruiselings over elkaar in de transportstand in de
transporthouder zijn gezet en de hefcilinders volledig
zijn teruggetrokken. Zorg ervoor dat de cilinders
van de spuitbomen volledig zijn teruggetrokken om
beschadiging van de actuatorstang te voorkomen.
7. Controleer de remmen; zie De remmen controleren
(bladz. 47).
8. Geef het luchtfilter een onderhoudsbeurt; zie
Onderhoud van het luchtfilter (bladz. 40).
9. Smeer de spuitmachine; zie Smering (bladz. 39).
10. Ververs de olie in het carter; zie Motoroliepeil
controleren (bladz. 41).
11. Controleer de bandenspanning; zie Bandenspanning
controleren (bladz. 23).
12. Wanneer het voertuig langer dan 30 dagen niet wordt
gebruikt, moet het brandstofsysteem als volgt worden
voorbereid op stalling:
A. Voeg een stabilizer/conditioner op aardoliebasis
toe aan de brandstof in de tank.
Volg de mengvoorschriften van de fabrikant
van de stabilizer op. Gebruik geen stabilizer op
alcoholbasis (ethanol of methanol).
Opmerking: Stabilizer/conditioner werkt het
best als het met verse benzine wordt vermengd
en altijd wordt gebruikt.
B. Laat de motor vijf minuten lopen om de
stabilizer/conditioner door het brandstofsysteem
te verspreiden.
C. Zet de motor af, wacht totdat deze is afgekoeld en
laat de benzine uit de tank lopen.
D. Motor opnieuw starten en laten lopen totdat deze
afslaat.
E. Choke de motor.
F. Start de motor totdat deze niet meer start.
G. U moet brandstof op de juiste wijze afvoeren.
Verwerk deze volgens de plaatselijk geldende
voorschriften.
Belangrijk: Benzine waaraan
stabilizer/conditioner is toegevoegd,
niet langer dan 90 dagen bewaren.
13. Verwijder de bougies en controleer hun toestand; zie
Bougies vervangen (bladz. 42).
14. Laat de bougies uit de motor en giet twee eetlepels
motorolie in de bougie-opening.
15. Gebruik de elektrische startmotor om de motor te
laten draaien en zo de olie over de cilinderwand te
verspreiden.
16. Monteer de bougies en draai ze vast met de aanbevolen
torsie; zie Bougies vervangen (bladz. 42).
52