Download Print deze pagina

Beschri Vi G Va Het Aggregaat - Rittal 3359 Series Bedieningshandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor 3359 Series:

Advertenties

3 Beschri vi g va het aggregaat

3 2 3 Busbedie i g (a ee e C
Via de seriële interface X2 kunt u m.b.v. de master-
slave-kabel (afgeschermde, vierdraadskabel, be-
stelnr. 3124.100) een busverbinding tussen maxi-
maal tien koelaggregaten tot stand brengen. Daar-
door kunt u de volgende functies realiseren:
– Parallelle aggregaatbesturing (gemeenschappe-
lijk in- en uitschakelen van de gekoppelde koelag-
gregaten)
– Parallelle deurmelding (deur open)
– Parallelle storingsmelding
De data-uitwisseling vindt plaats via de master-sla-
ve-verbinding. Bij de inbedrijfstelling wijst u daarvoor
aan elk apparaat een adres toe, dat ook de code
„master" of „slave" bevat.
3 2 4 Vei igheidssyste e
– Het koelaggregaat is in het koudemiddelcircuit
voorzien van een geteste drukbewaking volgens
EN 12 263. Deze drukbewaking is ingesteld op
max. PS (toel. druk) en functioneert bij herhaalde-
lijk optredende drukval via een automatisch reset-
systeem.
– Een temperatuurbewaking voorkomt bevriezing
van de verdamper. Bij bevriezingsgevaar schakelt
de compressor uit en bij hogere temperaturen
automatisch weer in.
– De koudemiddelcompressor en de ventilatoren
zijn ter beveiliging tegen te hoge stromen en tem-
peraturen uitgevoerd met een thermische wikke-
lingsbeveiliging.
– Om drukopbouw in de compressor en daarmee
het veilig starten van het proces mogelijk te maken,
schakelt het aggregaat na een afschakeling
(bijv. na het bereiken van de insteltemperatuur
door de deurschakelaarfunctie of door het span-
ningsvrij schakelen) met een vertraging van
180 sec. in.
– De aansluitklemmen (klemmen 3 – 5) van het
koelaggregaat zijn voorzien van potentiaalvrije
contacten via welke de systeemmeldingen van het
aggregaat, bijv. met behulp van een PLC, kunnen
worden opgevraagd (2x maakcontact e-Comfort-
controller).
3 2 5 C
de sv r i g
Bij hoge luchtvochtigheid en lage temperaturen in de
kast kan er op de verdamper condens worden gevormd.
De koelaggregaten zijn voorzien van een automati-
sche, elektrische condensverdamping. Het hiervoor
toegepaste verwarmingselement is gebaseerd op
de zelfregelende PTC-techniek. De condens die op
de verdamper is ontstaan, wordt in het interne circuit
van het koelaggregaat in een reservoir verzameld.
Indien het waterpeil stijgt, komt het water in het PTC-
verwarmingselement terecht en wordt het verdampt
(principe van doorlopende verwarming). De water-
damp stroomt met de luchtstroming van de externe
ventilator uit het koelaggregaat.
6
f rtc
tr
er)
Het PTC-verwarmingselement is permanent aange-
sloten en heeft geen schakelmoment. Het verwar-
mingselement is met fijnzekeringen (F1.1, F1.2) te-
gen kortsluiting beveiligd. Wanneer een zekering is
aangesproken, loopt de gevormde condens via de
veiligheidsoverloop weg.
Bij een functiestoring of uitval van het verwarmingse-
lement wordt het condenswater om veiligheidsrede-
nen via een buisje aan de zijkant resp. achterzijde
van het aggregaat naar buiten gevoerd. Hiertoe
dient een slangstuk op de condensafvoersteun te
worden aangesloten (zie „4.4 Condensafvoer aan-
sluiten", pagina 9). Condensslangen zijn als toebe-
horen leverbaar (zie ook toebehoren in het Rittal-
handboek).
3 2 6 Fi ter atte
De complete condensor van het koelaggregaat is
voorzien van een vuilafstotende resp. gemakkelijk te
reinigen RiNano-coating. In veel situaties is daarom
de toepassing van filtermedia overbodig, vooral in
omgevingen met droog stof.
Bij droge, grove stofdeeltjes en pluisjes in de omge-
vingslucht dient een extra filtermat van PU-schuim
(als toebehoren leverbaar) in het koelaggregaat te
worden ingebouwd. Afhankelijk van de hoeveelheid
stof dient u het filter af en toe te verwisselen.
In omgevingen met oliehoudende lucht raden wij
metalen filters aan (eveneens toebehoren). Deze
kunt u met geschikte reinigingsmiddelen reinigen en
opnieuw gebruiken. Bij toepassing in textielbedrijven
met sterke pluisvorming dienen pluiszeven te wor-
den toegepast (als optie leverbaar).
Werking van de filtermatbewaking (alleen bij e-Com-
fortcontroller):
De mate van verontreiniging van de filtermat wordt
automatisch bepaald door een temperatuurverschil-
meting in het externe circuit van het koelaggregaat.
Bij toenemende verontreiniging van de filtermat stijgt
het temperatuurverschil. De gewenste waarde van
het temperatuurverschil in het externe circuit wordt
automatisch aan de betreffende arbeidspunten in de
karakteristieken aangepast. Hierdoor hoeft de ge-
wenste waarde bij verschillende arbeidspunten van
het aggregaat niet te worden nageregeld.
3 2 7 Deurscha e aar
Het koelaggregaat kan via een potentiaalvrij aange-
sloten deurschakelaar worden bediend. De deur-
schakelaar is niet bij de levering inbegrepen (toebe-
horen, bestelnr. 4127.010).
De deurschakelaarfunctie zorgt dat de ventilatoren
en de compressor in het koelaggregaat bij ge-
opende kastdeur (contact 1 en 2 gesloten) na ca.
15 sec. worden afgeschakeld. Dit vermindert de
condensvorming in de behuizing bij geopende deur.
Om beschadiging van het aggregaat te voorkomen,
is dit uitgevoerd met een inschakelvertraging: de
verdamperventilator schakelt na het sluiten van de
Montage- en bedieningshandleiding Rittal koelaggregaat

Advertenties

loading