7 In bedrijf nemen met de display- en bedieningsmodule
Meetplaatsnaam
Eenheden
Sondelengte
Toepassing - mediumtype
36
De submenupunten zijn opeenvolgend beschreven.
7.3.1 Inbedrijfname
Hier kunt u een passende meetkringnaam toekennen. Druk op de "
OK"-toets om de bewerking te starten. Met de " +"-toets verandert u
het teken en met de " ->"-toets verspringt u een positie verder.
U kunt namen met maximaal 19 tekens invoeren. De beschikbare
tekens zijn:
•
Hoofdletters van A ... Z
•
Getallen van 0 ... 9
•
Speciale tekens + - / _ spatie
In dit menupunt kiest u de afstandseenheid en de temperatuureen-
heid.
Bij de afstandseenheden kunt u kiezen uit m, mm en ft. Bij de tempe-
ratuureenheden kunt u kiezen uit °C, °F en K.
In dit menu kunt u de sondelengte invoeren of automatisch door het
sensorsysteem laten bepalen.
Wanneer u bij de keuze " Ja" selecteert, wordt de sondelengte
automatisch bepaald. Wanneer u " Nee" kiest, kunt u de sondelengte
handmatig invoeren.
Coaxmeetsonden kunnen alleen in vloeistoffen worden toegepast.
In dit menupunt wordt het vast ingestelde mediumtype " Vloeistof"
getoond.
VEGAFLEX 86 • Tweedraads 4 ... 20 mA/HART SIL