Hoofdstuk 3 – Installatie en inbedrijfname
Voorbeeld 1 – Aansluiting aan de Vacuklav 24 B+, 24 BL+, 30 B+ (alsook Vacuklav 24-B, 24-B/L, 30-B) met
MELAdem 40
(20)
(19)
(18)
(17)
(16)
(15)
Afb. 3: Aanzicht achterkant Vacuklav 24 B+, 24 BL+, 30 B+
10
Eerste ingebruikname
1.
2.
Toestellen die water verbruiken, mogen niet over langere periodes
zonder toezicht draaien, omdat anders de verzekeringsdekking van
de gebouwenverzekering kan vervallen.
LET OP
■
Installatievoorbeelden
E A
(13)
(14)
Open de waterkraan van de watertoevoerleiding.
Voer een lege sterilisatie door en controleer of alle slangen en
slangaansluitingen dicht zijn. Er mogen geen lekkages ontstaan.
Bij afwezigheid moet daarom de waterafsluitkraan of de centrale
watertoevoer gesloten worden.
(1)
Aanzicht achterkant autoclaaf
(1)
(2)
(2)
Koudwateraansluiting
(3)
(3)
Beveiligingstank MELAdem connect 10
(4)
(4)
Vlotterschakelaar naar de waterstop
(5)
(5)
Vlotterschakelaar – min. waterpeil
(6)
(6)
Voedingswateraansluiting aan MELAdem 40
(7)
(8)
(7)
Koelwateraansluiting
(8)
Waterstop met afsluitklep (optioneel)
(9)
Waterkraan (in het gebouw reeds aanwezig)
(9)
(10)
Terugstroombeveiliger type EA volgens EN 1717
(10)
(11)
Adapter voor onbehandeld water
(11)
(12)
Watersensor van de waterstop
(13)
Cinch-bus voor de herkenning van het waterpeil
(14)
(Optionele) Dubbele slangtule met
(12)
terugslagkleppen (art.-nr. 37400)
(15)
Sifon met dubbele kamer (art.-nr. 26635)
(16)
Wandafvoer (in het gebouw reeds aanwezig)
(17)
Voedingswateraansluiting van de autoclaaf
(18)
Koelwaterafvoer (3/4" buitendraad)
(19)
Koelwatertoevoer (3/4" buitendraad)
(20)
Ionenwisselaar MELAdem 40