Inhoud
Veiligheid .................................................................. 3
........................................................................... 3
Montage .................................................................... 8
Specificaties .................................................... 10
Voor gebruik .........................................................11
verwijderen ................................................... 16
Na gebruik ........................................................... 18
...................................................................... 19
Onderhoud .............................................................. 21
recycling........................................................ 22
Stalling .................................................................... 22
Veiligheid
BELANGRIJKE
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
WAARSCHUWING
Als u een elektrische grasmaaier gebruikt
moet u te allen tijde algemene voorzorgen
nemen om de veiligheid te waarborgen,
brandgevaar te vermijden en het risico op
elektrische schokken en lichamelijk letsel te
verkleinen, waaronder:
Lees alle instructies
I. Training
1.
De bestuurder van de machine is
verantwoordelijk voor ongevallen of schade aan
andere personen of hun eigendommen.
2.
Laat kinderen niet spelen met de machine, het
accupack of de acculader of laat hen deze niet
gebruiken; plaatselijke voorschriften kunnen
nadere eisen stellen aan de leeftijd van degene
die met het toestel werkt.
3.
Laat kinderen of personen die geen instructie
hebben ontvangen dit apparaat niet gebruiken of
er onderhoudswerkzaamheden aan verrichten.
Laat enkel mensen die verantwoordelijk en
getraind zijn en die bovendien vertrouwd
zijn met de instructies en fysiek ertoe in
staat zijn het apparaat bedienen of er
onderhoudswerkzaamheden aan verrichten.
4.
Lees alle instructies en waarschuwingen op
deze producten voordat u de machine, het
accupack en de acculader gebruikt.
5.
Word vertrouwd met de bedieningsorganen en
het juiste gebruik van de machine, het accupack
en de acculader.
II. Vóór ingebruikname
1.
Hou omstanders, vooral kinderen en huisdieren,
uit de buurt van het werkgebied.
2.
Gebruik de machine enkel als de nodige
schermen en andere beveiligingsmiddelen,
zoals geleiders en grasvangers, op de machine
aanwezig zijn en naar behoren werken.
3.
Controleer het werkgebied en verwijder alle
voorwerpen die het gebruik van de machine
zouden kunnen hinderen of die de machine zou
kunnen uitwerpen.
4.
Controleer voordat u de machine gebruikt het
mes, de mesbout en de meseenheid altijd op
slijtage of beschadiging. Vervang beschadigde
of onleesbare labels.
3