Reinigen
LET OP
Oppervlakken kunnen door een verkeerde reiniging bekrast, beschadigd en niet-dicht (in het geval van
dichtingsvlakken) worden.
}
Vuil en
corrosie
n
Raadpleeg de instructies voor het reinigen van de respectieve onderdelen.
n
Gebruik geen harde voorwerpen voor reiniging, zoals staalwolsponsjes of staalborstels.
Steriliseerkamer, deurafdichting, houder, trays
Om de waarde van uw apparaat te behouden en hardnekkige vervuiling en afzettingen te voorkomen, adviseert MELAG
om de oppervlakken een keer per week te reinigen.
AANWIJZING: Neem tevens de instructies voor het gebruik van Chamber Protect of, indien niet beschikbaar, de
vloeibare reiniger of spiritus in acht.
Aan het volgende moet zijn voldaan of moet aanwezig zijn:
ü
Chamber Protect (indien niet beschikbaar: neutrale vloeibare reiniger of spiritus)
ü
De deur is geopend.
ü
Het apparaat is uitgeschakeld.
ü
Het apparaat is volledig afgekoeld.
ü
De trays of steriele containers en de bijbehorende houders werden uit de steriliseerkamer verwijderd.
1.
Breng het reinigingsmiddel aan op een pluisvrije doek.
2.
Verdeel het reinigingsmiddel met behulp van de pluisvrije doek gelijkmatig over de te reinigen oppervlakken.
AANWIJZING: Er mag geen reinigingsmiddel in de afvoerleidingen terechtkomen die de steriliseerkamer verlaten.
3.
Laat het reinigingsmiddel inwerken en laat het lang genoeg verdampen. Dit kan enkele minuten duren.
4.
Doe veel gedemineraliseerd water op een pluisvrije doek.
5.
Veeg de gereinigde oppervlakken grondig af om eventuele reinigingsresten te verwijderen. Herhaal dit proces indien
nodig na het uitwringen van de doek.
LET OP! Resten van reinigingsmiddelen kunnen ontbranden of afzettingen op de instrumenten veroorzaken.
6.
Laat de gereinigde oppervlakken volledig drogen. Dit kan enkele minuten duren.
7.
Veeg ten slotte de gereinigde oppervlakken af met een droge, pluisvrije microvezeldoek.
Behuizing
Reinig de behuizing indien nodig met neutrale vloeibare reinigers of spiritus.
Let bij desinfectie van behuizingsonderdelen op het volgende:
Gebruik een desinfecteermiddel om schoon te vegen en geen desinfecteermiddel om erop te spuiten. Daarmee
n
wordt voorkomen dat er desinfecteermiddel op ontoegankelijke plaatsen of in de ventilatiegleuven terechtkomt.
Gebruik voor de oppervlakken uitsluitend een desinfecteermiddel op alcoholische basis (ethanol of isopropanol) of
n
een alcoholvrij desinfecteermiddel op basis van quaternaire ammoniumverbindingen.
n
Gebruik geen desinfecteermiddel met secundaire en tertiaire alkylamines evenals butanon.
}
in de
steriliseerkamer
worden daardoor bevoordeeld.
13 Onderhoud
80