Deel 5: Verwijdering en plaatsing van de module
Juni 2021
5.4
Installatie pneumatische vermogensmodule
5.4.1
OPMERKING:
Bij de modellen G2 en G3 (oudere modellen), ga na of de vlakke zijden van de twee binnenste
zeskantmoeren (3-90) zo zijn uitgelijnd dat ze in de sleuf in het uiteinde van de behuizing (1-10)
passen.
5.4.2
5.4.3
WAARSCHUWING
!
Nadat hij in het schroefdraad heeft gegrepen moet de spanstang met de klok mee worden gedraaid
met minstens het aantal slagen dat in de volgende tabel vermeld staat.
Tabel 11.
48
Controleer of de afdichtring (4-90) goed in zijn groef zit aan de behuizingzijde van de
binnenste einddop (3-10).
Verplaats de vermogensmodule met hefapparatuur naar de aandrijfmodule en lijn de
zuigerstang (3-40) als volgt uit:
5.4.2.1
Modellen G2 tot en met G13, lijn de zuigerstang (3-40) uit met het
verlengstangsamenstel (1-50) van de vermogensmodule.
5.4.2.2
G01-modellen, lijn de zuigerstang (3-40) uit met het geleidingsblok (1-30) van de
aandrijfmodule.
Steek een vierkant mannelijk verlengstuk door de buitenste einddop (3-80) en plaats de
zuigerstang (3-40) als volgt:
Aantal slagen zuigerstang/spanstang
MODEL AANDRIJVING
G/GC/GH/GHC
1
2
3
4
5
7
8
10
G13
5.4.3.1
G2 tot en met G13, schroef de zuigerstang (3-40) op het
verlengstangsamenstel (1-50). GH/GHC2 tot en met GH/GHC10, schroef de
zuigerstang (3-40) rechtstreeks in het geleidingsblok (1-30).
Alleen G01, schroef de zuigerstang (3-40) op het geleidingsblok (1-30).
5.4.3.2
Service-instructies
124840E Rev. H
MINIMUM AANT. SLAGEN
6
10
10
10
13
14
20
25
31
Verwijdering en plaatsing van de module