Deel 3: Hermontage van de aandrijving
Juni 2021
3.2.1
OPMERKING:
Het lager van de geleidingsstang (2-20) moet in de boring voor de geleidingsblokstang worden perst
met de naad ±5 graden van de bovenste of onderste hartlijn, zoals aangegeven in Doorsnede A-A.
OPMERKING:
Bij aandrijvingen van het model G01, sla de stappen 3.2.2 tot en met 3.2.13 over en ga door met de
hermontage bij stap 3.2.14.
3.2.2
OPMERKING:
STAPPEN 3.2.3 – 3.2.13 ALLEEN VOOR G/GC-MODELLEN (Niet voor GH/GHC).
3.2.3
OPMERKING:
De bolle kant van de schijf (1-40) moet naar de buitenkant van het geleidingsblok (1-30) gericht zijn.
3.2.4
OPMERKING:
De schijf moet op het verlengstangsamenstel met de bolle zijde naar de kop van het
verlengstangsamenstel gericht komen te zitten.
3.2.5
3.2.6
3.2.7
18
Als het lager van de geleidingsstang (2-20) wordt vervangen, plaats het nieuwe lager dan in het
geleidingsblok (1-30).
Smeer het geleidingsblok (1-30), de twee kogelschijven (alleen G/GC) (1-40), en één
verlengstangsamenstel (alleen G/GC) (1-50).
Plaats één kogelschijf (1-40) in de zijkant van het geleidingsblok (1-30).
Plaats de tweede kogelschijf (1-40) over het uiteinde met schroefdraad van het
verlengstangsamenstel (1-50).
Steek het verlengstangsamenstel (1-50) in het geleidingsblok (1-30) tot tegen de eerste
kogelschijf (1-40).
Plaats het borgmoersamenstel van de verlenging (1-60) over het verlengstangsamenstel
(1-50) en schroef hem in het geleidingsblok (1-30).
Haal het borgmoersamenstel van de verlenging (1-60) aan tot het verlengstangsamenstel
(1-50) niet meer kan bewegen. Draai het borgmoersamenstel van de verlenging (1-60) net
voldoende terug om het verlengstangsamenstel (1-50) vrij te laten bewegen.
Service-instructies
124840E Rev. H
Hermontage van de aandrijving