Deel 2: Demontage van de aandrijving
Juni 2021
2.2
Demontage van de pneumatische
vermogensmodule
OPMERKING:
Lees Deel 2 stappen 2.1.1 tot en met 2.1.5 Algemene demontage door, voordat u verdergaat met de
demontage van de pneumatische vermogensmodule.
OPMERKING:
Als de aandrijving een model van de GXX2XX-serie is (twee vermogensmodules van dezelfde grootte,
met één module aan elke kant van de aandrijfmodule gemonteerd), volg dan de onderstaande
stappen tegelijkertijd op beide vermogensmodules, of doe eerst de ene vermogensmodule en
herhaal daarna Deel 2.2 op de tweede vermogensmodule.
WAARSCHUWING
!
Koppel alle bedrijfsdruk af van de voedingscilinders van de aandrijving, als dat nog niet is
gedaan.
WAARSCHUWING
!
Als de aandrijving een terughaalveer heeft, moet de veercartridge worden gecontroleerd om na te
gaan of de veer/veren in uitgerekte positie is/zijn voordat de pneumatische vermogensmodule van de
aandrijfmodule gedemonteerd wordt (zie Deel 5.1 tot en met stap 5.1.6).
2.2.1
OPMERKING:
Als de aandrijving is voorzien van een veermodule, voer stap 2.2.2 uit. Als de aandrijving een
dubbelwerkend model is, sla stap 2.2.2 over en ga naar stap 2.2.3.
2.2.2
2.2.3
OPMERKING:
Als de vermogensmodule is voorzien van een M3 schroefspindel, verwijder dan de M3 schroefspindel
aan de hand van Deel 2.6.5 voor G/GH01 modellen en Deel 2.6.6 voor G/GH2 en G/GH3 modellen.
8
Merk en registreer de plaats van de poorten op de buitenste einddop (3-80) en binnenste
einddop (3-10).
Verwijder het ontluchtersamenstel (12) van de buitenste einddop (3-80).
Zie de montagetekening, pag. 2 van 2 Detail "E". Verwijder de twee inbusschroeven (3-130),
met onderlegring (3-140), van de buitenste einddop (3-80).
Service-instructies
124840E Rev. H
Demontage van de aandrijving