4. Plaats de aftapdop weer in de zij-aansluiting van de
carburatorbehuizing.
Onderhoud van het
aandrijfsysteem
Bandenspanning controleren
Onderhoudsinterval: Om de 50 bedrijfsuren
1. Stop de motor, wacht totdat alle bewegende delen tot
stilstand zijn gekomen, laat de motorschakelaar in de
U
-stand staan.
IT
2. Controleer de spanning van de aangedreven banden.
3. Pomp de banden op tot 117 tot 138 kPa.
Tractiekabel controleren
Onderhoudsinterval: Na de eerste 2 bedrijfsuren
Jaarlijks
1. Stop de motor, wacht totdat alle bewegende delen tot
stilstand zijn gekomen, maak de bougiekabel los.
2. Met uitgeschakelde tractiehendel: controleer de pen in
de sleuf aan de linkerkant van de machine, boven het
wiel(Figuur
30).
Opmerking: Er moet een tussenruimte van 6 mm
zijn tussen de zijkant van de sleuf en de pen
Opmerking: Indien dit moet worden bijgesteld zie
dan
Tractiekabel instellen (bladz.
1. Pen
Tractiekabel instellen
Als de machine niet rijdt in een vooruit- of achteruitstand, of
rijdt met losgelaten tractiehendel, stel de tractiekabel dan bij.
Met uitgeschakelde tractiehendel: controleer de pen in de
sleuf aan de linkerkant van de machine, boven het wiel. Er
moet een tussenruimte van 6 mm zijn tussen de zijkant van
de sleuf en de pen; zie
Tractiekabel controleren (bladz.
(Figuur
23).
Figuur 30
2. 6 mm
Indien de linker tractiekabel niet goed is ingesteld, stel deze
dan bij:
1. Draai de contramoer los
2. Verstel de spanmoer (strakker/losser) totdat de pen de
juiste tussenruimte heeft
3. Draai de contramoer vast
1. Contramoer
Wielkoppelingkabel instellen
1. Druk de hendel volledig in, controleer dan de
tussenruimte tussen de handgreep en de hendel
32).
30).
Opmerking: Deze tussenruimte moet ongeveer
overeenkomen met de dikte van een potlood (6 mm).
Als de tussenruimte groter is, maak de kabelklemmoer
dan los, schuif de kabelmantel iets naar boven, zet de
kabelklemmoer vast, en controleer de tussenruimte.
2. Doe dit ook met de andere kabel
Onderhoud van de borstel
Breekpen van de borstelas controleren
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks
1. Plaats de machine op een horizontaal oppervlak.
2. Stop de motor, wacht totdat alle bewegende delen tot
stilstand zijn gekomen, maak de bougiekabel los.
23).
23
(Figuur
31).
(Figuur
31).
(Figuur
31).
g019016
Figuur 31
2. Spanmoer
Figuur 32
Figuur
(Figuur
32.