8.
ONDERHOUD
8.1
Het inline waterreservoir legen en reinigen
Het inline waterreservoir/afscheider moet regelmatig gecontroleerd en geleegd
worden. Waterdamp condenseeert en verzamelt zich in de sondeleiding. Dit water kan
plotseling in het waterreservoir stromen als de sonde bewogen wordt. Voorzichtigheid
is te allen tijde geboden.
Het waterreservoir wordt als volgt geleegd :-
Indicator waterniveau (dit niveau niet overschrijden in verticale positie)
Verwijder het einddopje voorzichtig. Verwijder het condensaat. Maak de binnenkant
van het waterreservoir met een zachte doek schoon.
8.2
Het filter vervangen
Dit is een uitermate belangrijk onderdeel van de analyser, en moet regelmatig
vervangen worden. Het voorkomt dat vuil en deeltjes in de pomp en sensoren komen
die daar schade kunnen aanrichten. Het filter MOET vervangen worden als het
verkleurd is of als LAGE DOORSTROOM wordt aangegeven, en geen duidelijke
oorzaak gevonden kan worden. Belangrijk: de vervuiling van de filter gebuurd van
binnen uit, dus regelmatig controleren.
Verwijder het einddopje van het inline filterhuis. Haal voorzichtig het papieren
filterelement er uit en gooi het weg. Maak de binnenkant van het filterhuis schoon met
een zachte doek. Breng een nieuw filterelement in op de tap, en doe het einddopje er
weer voorzichtig op.
ALS HET FILTER NIET REGELMATIG WORDT VERVANGEN ZAL SCHADE
ONTSTAAN AAN DE SENSOREN WAARDOOR EEN BETAALDE SERVICE
UITGEVOERD MOET WORDEN. ONDERZOEK VAN HET INTERNE
GEDEELTE WIJST ALTIJD UIT OF HET FILTER REGELMATIG VERVANGEN
IS.
29
AUTO4-1/MID & AUTO5-1/MID Gebuikershandleiding