4.5
De Pomp aan- en uitschakelen
De analyser is uitgerust met een pomp die gas uit de uitlaat van het voertuig pompt.
Om de accu te sparen raden wij u aan de pomp uit te schakelen als u geen metingen
verricht. Bij het herstarten van de pomp volgt een nulstelling via de koolfilter.
Vervolg de instructies of het scherm of raadpleeg sectie 10.2.
Gebruik de
en
Voor dat de pomp wordt uitgeschaakelt, toont het scherm aan dat een nulstelling via
de koolfilter wordt gevraagt bij het herstarten van de pomp.
Druk op
druk op
De analyser blokkeert uitleeswaarden wanneer de pomp uitgeschakeld is en het
display geeft '----' weer voor alle waarden. Elke 30 sec verschijnt tevens de
boodschap POMP UIT op het scherm.
Het wordt aanbevolen de analyser gedurende 60 seconden verse lucht te laten
innemen alvorens de pomp uit te schakelen.
Om de pomp weer te activeren, druk op
procedure via de koolfilter zoals beschreven op het scherm of in sectie 10.2.
4.6
Olietemperatuur meten
Sluit de olietemperatuursonde aan op het instrument en controleer of het de
omgevingstemperatuur weergeeft. Schakel de motor van het voertuig uit. Verwijder
de oliemeetstok en stel de olietemperatuursonde af op de lengte van de meetstok met
gebruikmaking van de stop. Steek de sonde in de motor.
De olietemperatuur wordt als volgt weergegeven (in de 4 pagina mode):-
16
AUTO4-1/MID & AUTO5-1/MID Gebuikershandleiding
knoppen om de pomp AAN en UIT te schakelen.
indien u niet wil doorgaan met het uitschakelen van de pomp of
de actie te bevestigen.
BIJ POMP WEER AAN
VOLGT EEN NUL-KAL
DRUK ENTER INDIEN OK
DRUK MENU NIET OK
POMP UIT
HC
ppm vol . .
CO2 % vol
. . .
O2
% vol . . .
en volg het nul-kalibratie
- - - -
- - - -
- - - -