Levelflex FMP51, FMP52, FMP54 HART
8.3.2
Configureren scheidingslaagmeting
Een scheidingslaagmeting is allen mogelijk indien het instrument de betreffende
software-optie heeft. In de productstructuur: kenmerk 540 "Applicatiepakket", optie EB
"Scheidingslaagmeting".
R
D
I
LN
L
I
20
Configuratieparameters voor scheidingslaagmeting
R = referentiepunt van de meting
E = Leeginregeling (= nulpunt)
F = Inregeling vol (= meetgebied)
LN = sondelengte
UP = Gemeten waarde bovenste laag
1.
Setup → Instrument-tag
Voer instrumentidentificatie in.
2.
Setup → Afstandseenheid
Kies de lengte-eenheid.
3.
Setup→ Bedrijfsmodus
Kies Optie Scheidingslaag.
4.
Setup → Tank type
Kies tanktype .
3)
Alleen beschikbaar in instrumenten met "Scheidingslaagmeting" applicatiepakket
Endress+Hauser
D
L
UP
L
L
D
= Scheidingslaag afstand (afstand van flens tot DK
I
L
= Scheidingslaag
I
D
= Afstand
L
L
= Niveau
L
3)
100%
DK
(
DC
)
1
1
DK (DC )
2
2
0%
Inbedrijfname
E
F
A0011177
)
2
37