10 Meetsysteem in bedrijf nemen
70
1. Ventiel 3 sluiten
2. Meetsysteem met medium vullen.
Hiervoor ventielen A, B (indien aanwezig) en 2, 4 openen: medi-
um stroomt naar binnen
Eventueel de capillairen reinigen: bij gassen door uitblazen met
perslucht, bij vloeistoffen door uitspoelen.
Hiervoor ventielen 2 en 4 sluiten, daarmee instrument afsluiten.
Daarna ventielen 1 en 5 openen, daarmee de capillairen uitbla-
zen/uitspoelen.
Na de reiniging ventielen 1 en 5 (indien aanwezig) sluiten
3. Instrument ontluchten, hiervoor:
Ventielen 2 en 4 openen: medium stroomt naar binnen
Ventiel 4 sluiten: lagedrukzijde wordt gesloten
Ventiel 3 openen: compensatie hoge- en lagedrukzijde
Ventielen 6 en 7 kort openen, daarna weer sluiten: meetinstru-
ment volledig met medium vullen en lucht verwijderen
4. Positiecorrectie uitvoeren, wanneer aan de volgende condities
wordt voldaan. Wanneer aan de condities niet wordt voldaan, dan
de positiecorrectie pas na stap 6 uitvoeren.
Condities:
Het proces kan niet worden afgesloten
De drukmeetpunten (A en B) bevinden zich op dezelfde geodati-
sche hoogte.
5. Meetpunt op meetbedrijf instellen, hiervoor:
Ventiel 3 sluiten: hoge- en lagedrukzijde scheiden
Ventiel 4 openen: lagedrukzijde aansluiten
Nu zijn:
ventielen 1, 3, 5, 6 en 7 gesloten
Ventielen 2 en 4 open
Ventielen A en B open
6. Positiecorrectie uitvoeren, wanneer de doorstroming kan worden
afgesloten. In dit geval vervalt stap 5.
Bij opstelling met 5 ventielen.
3)
Ventielen 1, 3, 5: bij opstelling met 5 ventielen
4)
3)
4)
VEGADIF 85 • 4 ... 20 mA/HART SIL