MAP 5000
8.1.7
Aansluiting van een LSN brandmelder als een technisch melder
Waarschuwing!
Configuratie
!
De configuratie van een LSN brandmelder mag de Inschakelfunctie niet beïnvloeden.
Dit betekent dat Inschakelen mogelijk moet blijven, zelfs wanneer een melder geactiveerd is.
Waarschuwing!
Retroactieve effecten
!
Door een LSN brandmelder aan te sluiten zullen er geen negatieve retroactieve effecten op de
werking van het inbraakdetectiesysteem plaatsvinden.
Bericht!
Mechanische blokkering
De LSN brandmeldersokkels zijn voorzien van een mechanische vergrendelingsfunctie die kan
worden in- en uitgeschakeld. Wanneer de mechanische vergrendeling geactiveerd is, kan de
melder alleen mechanisch worden verwijderd.
Activeer de mechanische vergrendelfunctie voor een installatie die voldoet aan VdS.
8.2
Vereisten voor EN 50131 Grade 3
Bericht!
Als niet aan alle vereisten voor deze standaard kan worden voldaan of alleen een lagere klasse
kan worden bereikt, moet het conformiteitsmerk (EN 50131 Grade 3) worden verwijderd of
aangepast.
8.2.1
De standaardinstelling selecteren
1.
2.
8.2.2
Aansluitbare randapparatuur
Om te voldoen aan de vereisten voor een juiste werking van het paneel (dat wil zeggen
detecteren en doorsturen van statusinformatie over inbraken, overvallen, sabotage en
problemen), mag alleen randapparatuur worden aangesloten die is gecertificeerd in
overeenstemming met EN 50131 Grade 3 of Grade 4.
8.2.3
Inschakelen/uitschakelen zonder inloopvertraging/uitlooptijd
Inschakelen buiten het beveiligde gebied, bijvoorbeeld met een schakelinrichting
1.
2.
3.
4.
5.
Bosch Security Systems B.V.
Selecteer EN50131 Grade 3 als standaard eigenschapswaardenset (zie Programmeren op
basis van standaarden, pagina 59).
Als de paneelvalidatie voor EN 50131 Grade 3 mislukt, mag u niet doorgaan met het
programmeren van het paneel.
Voeg een nieuw gebied toe als dat nog niet bestaat.
Sluit een vrije ingang aan met de sleutelschakelaar van het apparaat.
Selecteer het volgende in de wizard: het type Statisch of Dynamisch, de gebruiker en
functie van de sleutelschakelaar Gebied Inschakelen/Uitschakelen. Selecteer nu het
gebied dat moet worden Ingeschakeld of Uitgeschakeld. Selecteer Geen vertraging voor
de uitlooptijd.
Selecteer het gebied in het eigenschappenveld van Sleutelschakelaar > Gebied.
Geef in het eigenschappenveld van de Bedieneenheid het gebied op in het bereik Lokaal
gebied of Aanvullend gebieden in bereik.
Installatie handleiding
Bijlagen | nl
75
2019-09 | 25 | F.01U.318.461