MAP 5000
De programmeersoftware installeren
1.
2.
P
De eerste keer aanmelden
Het aanmeldingsscherm wordt weergegeven wanneer het programma na de installatie de
eerste keer wordt gestart.
1.
2.
P
4.2.1
Hulp bij de programmeersoftware
Alle instructies en uitleg voor de programmering zijn online beschikbaar, direct op het scherm.
Help-tekst in de infobalk voor de eigenschappen
Als u een parameter markeert in het veld Eigenschappen op het tabblad Hoofdpagina, wordt
er een korte beschrijving weergegeven in de infobalk voor de eigenschappen onderaan.
Druk op de functietoets F1 op het toetsenbord om gedetailleerde informatie weer te geven.
Help-tekst in het inhoudsoverzicht
Het volledige programmeerproces met alle bedieningsstappen wordt beschreven in het
inhoudsoverzicht.
4
4.2.2
Programmeren op basis van standaarden
Als u op basis van standaarden wilt programmeren, selecteert u de volgende instellingen in
RPS voordat u met programmeren begint.
1.
2.
3.
4.
Controle/validatie van conformiteit
U kunt tijdens het programmeren op elk gewenst moment controleren of de programmering
conform de geselecteerde standaard is.
4
P
4.3
Paneelsoftware
Een foutloze werking van het paneel kan alleen worden gegarandeerd als alle systeemmodules
van het paneel en de programmeersoftware voldoen aan de specificaties van de fabrikant.
Bosch Security Systems B.V.
Plaats de cd in het station en dubbelklik op het bestand setup.exe in de map RPS om de
installatie te starten.
Volg de instructies in het installatieprogramma.
RPS for MAP wordt automatisch gestart nadat de installatie is voltooid.
Voer admin in als gebruikersnaam en default als wachtwoord.
Na de aanmelding kunnen het beheerderswachtwoord en de taal worden gewijzigd. Ga
hiervoor naar het tabblad Beheer > Bedieners.
Het wachtwoord default wordt gedeactiveerd als het beheerderswachtwoord is
gewijzigd.
Klik op de knop ?.
Klik op de gele RPS-knop en maak een nieuw account voor de centrale met de knop
Nieuw.
Klik in de Hardware Manager op het knooppunt MAP 5000-paneel en klik vervolgens in
het veld Eigenschappen op de parameter Standaard eigenschapswaardenset en
selecteer de standaard die u wilt programmeren.
Klik met de rechtermuisknop op een parameter aan de linkerkant van het venster
Eigenschappen.
Selecteer Alles herstellen met behulp van <geselecteerde standaard> standaard
eigenschapswaardenset. Klik op Ja om te bevestigen.
Klik op de knop Centralevalidatie.
Eventuele fouten worden als gewone tekst in het venster Foutlijst weergegeven.
Installatie handleiding
Eerste setup en programmering | nl
2019-09 | 25 | F.01U.318.461
59