42
nl | Aansluitingen
3
Aansluitingen
Voorzichtig!
Bekabeling
!
Door onjuist scharnierende componenten kunnen draden worden afgeklemd.
–
–
–
Toegestane kabeltypen
Voor alle MAP-componenten en voor alle verbindingen zijn alleen afgeschermde kabels
toegestaan.
4
Voorzichtig!
Onjuist kabeltype
!
Het gebruik van een onjuist type kabel kan leiden tot storing van het systeem.
–
3.1
De databus aansluiten
Als hulpmiddel bij de kabelverbindingen zijn de aansluitblokken van elke systeemmodule met
kleuren gecodeerd.
Kleurcodes van aansluitblokken
Kleur
Wit
Zwart
Blauw
Oranje
Geel
Bruin
Groen
De databus aansluiten
1.
2.
3.
2019-09 | 25 | F.01U.318.461
Zorg ervoor dat de bedradingslus lang genoeg is, zodat de scharnierende montageplaten
voldoende ruimte hebben om te bewegen.
Zorg ervoor dat de bedrading van en naar componenten op de scharnierende steun goed
is vastgezet op de scharnierende montageplaten.
Gebruik T-uitsnijdingen om de kabels te ontlasten.
Zorg ervoor dat de afscherming is verbonden met de aardingsbouten.
Gebruik uitsluitend afgeschermde kabels.
Beschrijving
Aux power
AC/noodbatterij
Ingangen/sabotage
Uitgangen
DR2020-printer (alleen ICP-MAP0007)
LSN-gegevens (alleen ICP-MAP0010)
Databus
Verbind de systeemmodules via de databus.
Gebruik altijd het hoofdpaneel als eerste apparaat op de databus. De 120 ohm
eindterminator is al op elke databus geïnstalleerd.
Verbind een 120 ohm eindterminator met het laatste apparaat op elke databus.
Installatie handleiding
MAP 5000
Bosch Security Systems B.V.