7
Sluit de kleine klep.
●
De kleine klep kan pas dicht als de tonercartridge zo ver mogelijk naar binnen is geduwd. Probeer de klep
niet met geweld dicht te duwen. Daardoor kan hij breken.
8
Sluit het tonerdeksel.
●
Als het afdrukken is onderbroken omdat de toner op was, wordt dit automatisch hervat wanneer u de
tonercartridge terugplaatst.
●
Zelfs als cyaan, magenta of geel op zijn, kunt u doorgaan met afdrukken in zwart-wit zo lang er zwarte toner
over is, maar de afdrukkwaliteit gaat wel omlaag. Als u wilt doorgaan met afdrukken in zwart-wit, vervang de
tonercartridge dan pas wanneer het afdrukken is voltooid.
●
Als de kleur en densiteit van het afdrukken anders zijn na het vervangen van de tonercartridge, voer dan
een aanpassing uit.
Gradatie aanpassen(P. 1220)
Dichtheid aanpassen(P. 1225)
Onderhoud
1189