Figuur 10
(1)
Figuur 11
Ingangen
Eingänge
Eingänge
Eingänge
Voedingsinterface
Testomat_Pro_FE_NL_240215
Stromschnittstelle
5.1.9
Installatiecomponenten aansluiten
Levensgevaar door elektrische schok!
Als u installatiecomponenten aansluit die niet worden gevoed door de
voeding van het apparaat, staat er mogelijk spanning van externe
spanningsbronnen op de relaiscontacten. Deze externe spanning wordt
niet uitgeschakeld wanneer de netschakelaar van het apparaat wordt
uitgeschakeld.
•
Breng een waarschuwing op het apparaat aan (bijv. een sticker
zoals in figuur 10).
Ga als volgt te werk om de systeemcomponenten aan te sluiten:
(Schematisch overzicht van het relais: apparaat stroomloos, netspanning:
230 V)
1. Neem de blinde stop uit de betreffende kabeldoorvoeringen.
2. Leid de kabel door van de componenten.
3.
Draai de wartel van de kabeldoorvoer aan.
De trekontlasting is hersteld.
4. Sluit de installatiecomponenten aan op de uitgangsklemmen van
relais 1 tot 4 (bijv. ventielen).
5.
Als de installatiecomponenten netspanning nodig hebben, voert u de
geschakelde netspanning (l) aan op het moedercontact (1) van het
betreffende relais Zie het aansluitvoorbeeld in de afbeelding
hiernaast.
6. Sluit de nulader van de installatiecomponenten aan op een van de
klemmen (n).
7. Bij componenten met een afzonderlijke aardleiding sluit u deze aan
op de PE-aansluiting.
8. Let erop dat de aders in de klemmen goed vastzitten.
Controller-kaart met seriële en
netwerkinterface
Controllerkarte
Controllerkarte
Controllerkarte
Figuur 12
Product klaarmaken voor gebruik - Installatie
Voedingsklemmen
Relaisuitgangen
Relaisausgänge
Versorgungsklemmen
Relaisausgänge
Versorgungsklemmen
Relaisausgänge
Versorgungsklemmen
Voedingseenheid
Abbildung 1Netzteil
28