Algemeen overzicht
van de machine
1. Motorkap
2. Hydraulische
hulpkoppelingen
3. Montageplaat
4. Rupsband
5. Arm van lader
6. Hefcilinder
Figuur 3
7. Bindoog
8. Brandstofmeter
9. Bedieningspaneel
10. Vergrendelingsschakelaar
hulphydrauliek
11. Bestuurdersplatform
12. Parkeerrem
Bedieningsorganen
Zorg ervoor dat u vertrouwd bent met alle
bedieningsorganen
en de machine gebruikt.
Schakelbord
1. Scherm
2. Stopcontact
g031208
3. Referentiebalk
4. Plug
5. Hendel voor
hulphydrauliek
Contactschakelaar
De contactschakelaar waarmee u de motor start en
uitzet, heeft drie standen: U
Motor starten (bladz.
Gashendel
Zet de hendel naar voren om het motortoerental
te verhogen en naar achteren om het toerental te
verlagen.
g259625
Referentiebalk
Gebruik tijdens het rijden met de tractie-eenheid de
referentiebalk als handgreep en hefboompunt om de
tractiebediening en de hendel voor de hulphydrauliek
te bedienen. Voor een soepele, gecontroleerde
bediening houdt u altijd beide handen op de
referentiebalken tijdens het bedienen van de machine.
10
(Figuur
4) voordat u de motor start
Figuur 4
6. Gashendel
7. Contactschakelaar
8. Tractiebediening
9. Hendel van
laadarm/werktuigkanteling
10. Vergrendeling lader
, L
en S
IT
OPEN
18).
g259644
. Zie
TART