B OPMERKING
Bepaalt het MIDI-nootnummer van de overeenkomstige stap.
Instellingen
off, C#-2 – G8
OPMERKING
• Zie pagina 62 voor meer informatie over de relatie tussen
de drumvoices en MIDI-nootnummers.
C GATETIME
Bepaalt de gate-tijd (vanaf het moment dat u op de pad slaat
tot het moment dat het overeenkomstige noot-uit-bericht naar
het toongeneratorblok wordt verzonden). Met andere
woorden, deze waarde bepaalt de lengte van het
resulterende geluid.
Bereik
0.0s – 9.9s
D [SF3] ALL
Bij de parameters CH, NOTE, GATE TIME en VELOCITY
LIMIT kunt u de huidige waarden van alle stappen wijzigen
door deze knop ingedrukt te houden en de datadraaiknop en
de [INC/DEC]- of [DEC/NO]-knop te gebruiken.
E [SF4] STEP
Bij de parameters CH, NOTE, GATE TIME en VELOCITY
LIMIT kunt u de huidige waarden van het huidige
stapnummer wijzigen door deze knop ingedrukt te houden en
de datadraaiknop en de [INC/DEC]- of [DEC/NO]-knop
te gebruiken.
F > (page)
Dit verschijnt wanneer een andere pagina kan worden
opgeroepen vanaf de huidige pagina. Gebruik de [
cursorknop om een andere pagina op te roepen.
De tweede pagina:
1 VELOCITY LIMIT
Bepaalt de minimum- en maximumwaarden van het
aanslagbereik waarbinnen de drumvoice weerklinkt. De
drumvoice weerklinkt alleen als u op de pad slaat met een
kracht binnen het hier opgegeven bereik.
Bereik
0 – 127
■
Hier ziet u een voorbeeld van het gebruik van Stack/
Alternate.
In dit voorbeeld wordt een C-majeur akkoord gegenereerd
wanneer u op de pad slaat. Wanneer u een tweede keer op
de pad slaat, wordt een G-majeur akkoord gegenereerd en
bij de derde keer opnieuw een C-majeur akkoord.
M
N
]- of [
]-
1
Als u het bovenstaande programma wilt creëren, voert u de
volgende procedure uit:
1
2
3
Drum Kit-modus [DRUM KIT]
Voorbeeldprogramma van Stack/Alternate
Voorbeeldprogramma van Stack/Alternate
Step 001
Het programma dat wordt uitgevoerd de eerste keer dat u op de pad slaat.
Step 002
Het programma dat wordt uitgevoerd de tweede keer dat u op de pad slaat.
Step 003
Het programma dat wordt uitgevoerd de derde keer dat u op de pad slaat.
Druk achtereenvolgens op de [F6] OTHER-
en de [SF3] MIDI-knop om de MIDI-display
op te roepen, zodat u de
toongeneratorinstellingen voor elk van de
16 MIDI-kanalen kunt configureren.
Verplaats de cursor naar kanaal 11.
Verplaats de cursor omlaag naar de rij
TRANSMIT en stel de TRANSMIT-
parameter van kanaal 11 in op 'All' of 'PC'.
DTX900 Gebruikershandleiding
Referentie
87