Referentie
Trigger-modus
In dit hoofdstuk wordt de Trigger-modus beschreven, die u oproept met de [TRIGGER]-knop.
In Trigger-modus kunt u de parameters instellen betreffende de triggersignalen die worden ontvangen van de pads of
drumtriggers (zoals de Yamaha DT20) die zijn verbonden met de triggeringangsaansluitingen. Met deze instellingen
kunt u de werking en de reactie op de triggersignalen van de DTX900 optimaliseren. Als u drumtriggers gebruikt die
zijn aangesloten akoestische drums, of pads die u apart hebt aangeschaft, moet u de gevoeligheid aanpassen en
voices toewijzen aan de afzonderlijke triggeringangsbronnen.
In deze modus vindt u ook instellingen waarmee u overspraak* en dubbele triggers* kunt helpen voorkomen.
* Overspraak
Een triggerprobleem waarbij de trilling die wordt gegenereerd door het slaan op een bepaalde pad ongewenste
activering van een andere (doorgaans aangrenzende) pad kan veroorzaken.
* Dubbele triggers
Een triggerprobleem waarbij twee of meer triggersignalen worden gegenereerd wanneer u slechts één keer op een
bepaalde pad slaat.
OPMERKING
• U moet een geschikte Trigger Setup creëren om optimale resultaten te bereiken en de gewenste reactie en geluiden te
verkrijgen wanneer u op de pads slaat. U kunt hiervoor bijvoorbeeld een bestaande Trigger Setup zoeken die ongeveer de
gewenste instellingen heeft en deze vervolgens bewerken.
• Nadat u uw favoriete Trigger Setup hebt gevonden of gecreëerd, kunt u het nummer van deze instelling toewijzen aan de
TriggerNo-parameter via de display die u oproept met [UTILUITY] → [F1] GENERAL → [SF4] STARTUP. Op die manier wordt
het nummer van uw favoriete Trigger Setup automatisch opgeroepen elke keer dat u het instrument inschakelt.
• Zie pagina 22 voor meer informatie over [SF6] Input Lock.
Basisprocedure in de Trigger-modus
1
Druk op de [TRIGGER]-knop om de
Trigger-modus te activeren.
2
Zoek de gewenste functie in de tabmenu's
(komen overeen met de knoppen [F1] –
[F5] en [SF1] – [SF2]) en druk op de
overeenkomstige knop om de gewenste
display op te roepen.
OPMERKING
• De triggeringangsaansluiting, en het triggersignaal- en aanslagniveau
worden boven aan de display weergegeven wanneer u een van de
displays [F1] – [F4] oproept.
3
Verplaats de cursor naar de verschillende
parameters en stel de waarde in met de
datadraaiknop, of de [INC/YES]- en de
[DEC/NO]-knop.
4
Druk na het instellen op de [ENTER/
STORE]-knop.
De volgende display verschijnt.
Nummer van doel-Trigger Setup
108
DTX900 Gebruikershandleiding
[TRIGGER]
5
Selecteer het nummer van de doel-Trigger
Setup met behulp van de datadraaiknop.
6
Druk op de [ENTER/STORE]-knop.
In de volgende display wordt u gevraagd het opslaan te
bevestigen.
7
Druk op de [INC/YES]-knop om op
te slaan.
LET OP
• De bewerkte Trigger Setup gaat verloren wanneer u een andere
Trigger Setup selecteert of het instrument uitschakelt. Sla de
Trigger Setup-data in het interne geheugen op door op de
[ENTER/STORE]-knop te drukken voordat u een andere Trigger
Setup selecteert of het instrument uitschakelt.
LET OP
• Zet nooit het instrument uit als het bericht 'Please keep power on'
op de display wordt weergegeven. Als u dat toch doet, gaan
mogelijk alle instellingen verloren die u in Trigger-modus hebt
geselecteerd.