Inhoudsopgave
Advertenties
3
Verplaats de cursor met de cursorknoppen naar de parameter
Note en selecteer het gewenste noottype met de knoppen
[INC/YES] en [DEC/NO] en de data dial.
4
Als de 1/8-noottriool is geselecteerd in stap 3, verplaatst
u de cursor naar de parameter Swing en selecteert
u de gewenste waarde.
Groove Check uitproberen
1
Selecteer de gewenste song (als u een song gebruikt).
2
Druk op de knop [CLICK] om de modus Click te activeren en stel
vervolgens de parameters Note en Swing in volgens de
instructies op pagina 50.
3
Druk op de knop [F4] GROOVE en vervolgens op de knop [SF1]
G.CHECK om de display Groove Check op te roepen.
1 Triggeringang 1 – 5
Hier kunt u instellen welke pads (signalen die via de triggeringangsaansluitingen
worden ontvangen) worden gecontroleerd met Groove Check. U kunt elk van de pads
(of alle pads) selecteren en er kunnen maximaal vijf verschillende pads tegelijk
worden gecontroleerd.
Met de indicatie 'ALL' wordt het resultaat voor alle geluiden (van alle pads)
weergegeven. De indicatie 'NO ASGN' betekent dat er geen pad is geselecteerd.
Lijnen met andere waarden geven het resultaat aan voor het signaal dat wordt
ontvangen via de desbetreffende triggeringangsaansluiting.
Instellingen
NO ASGN, SNARE ... PAD15, ALL
4
Verplaats de cursor naar de triggeringang en selecteer
de gewenste optie.
5
Als de installatie is voltooid, start u de geselecteerde song of het
klikgeluid en speelt u de drumpads mee tijdens het afspelen.
Groove Check wordt gestart zodra u op de drumpad slaat. Het resultaat voor elke slag
(nauwkeurigheid van de slagtiming) wordt in real-time weergegeven in de display.
6
Stop het afspelen en bevestig het resultaat van Groove Check.
Zie hieronder voor meer informatie over de indicaties in de display Groove Check.
1
Beknopte handleiding
De functie Groove Check gebruiken
DTX900 Gebruikershandleiding
51
Advertenties
Inhoudsopgave
