Referentie
Song-modus [SONG]
03: Song Name, Tempo, Repeat
Met deze job kunt u de naam, het tempo en de
herhalingsinstellingen voor de huidige song instellen.
OPMERKING
• Let op: bij Song Name, Tempo, Repeat hoeft u niet op de [ENTER/
STORE]-knop te drukken (om de job uit te voeren).
1
1 Name
Voer de tekens voor de naam van de huidige song in
(maximaal 10). U kunt de lijst met tekens oproepen door op
de [SF6] LIST-knop te drukken en vervolgens de naam
invoeren. Zie 'Basisbediening' op pagina 15 voor meer
informatie over het opgeven van een naam.
B Tempo
Bepaalt het tempo dat wordt ingesteld wanneer de huidige
song wordt geselecteerd.
Bereik
30 – 300
C Repeat
Bepaalt of de song herhaaldelijk wordt afgespeeld. Als u deze
parameter instelt op 'On', wordt de huidige song herhaaldelijk
afgespeeld. Stelt u deze parameter in op 'Off', dan wordt de
huidige song volledig afgespeeld, waarna het afspelen stopt.
Instellingen
off, on
D [SF6] LIST
Wanneer de cursor zich op het Name-veld bevindt, kunt u de
lijst met tekens oproepen door op de [SF6] LIST-knop te
drukken en vervolgens de naam invoeren. Zie
'Basisbediening' op pagina 15 voor meer informatie over het
opgeven van een naam.
Track-jobs
01: Quantize
Deze job (die wordt toegepast op de huidige song en de
opgegeven track) regelt de timing van noot-events door ze
dichter bij de eerstvolgende exacte tel te plaatsen.
LET OP
• Let op: het uitvoeren van deze job kan het ritmegevoel van uw
oorspronkelijke spel (bijvoorbeeld met opzet te vroeg of te laat op de
pad slaan) volledig veranderen omdat data die zijn gewijzigd door het
uitvoeren van de job, niet kunnen worden hersteld.
100
DTX900 Gebruikershandleiding
1 Track
Bepaalt de track (1 of 2) waarop u Quantize wilt toepassen.
Instellingen
2
3
B Quantize (Resolutie)
Bepaalt de noottiming op basis waarvan de nootdata worden
gelijkgetrokken. U kunt de gewenste waarde selecteren door
op de [SF6]-knop te drukken om de waardenlijst op te roepen.
4
Instellingen
C [SF6]
Wanneer de cursor op de Quantize-waarde staat, verschijnt
het noottypepictogram in het tabmenu dat overeenkomt met
de [SF6]-knop. Op dat moment kunt u een lijst van
noottypepictogrammen oproepen door op de [SF6]-knop te
drukken en vervolgens het gewenste item in de lijst kiezen.
02: Mix Track
Deze job combineert alle data van track 1 en 2 van de
huidige song tot track 1 of 2 van de huidige song.
[SF2] TRACK
1 Track
Bepaalt de track (1 of 2) waarnaar de gemengde track wordt
gekopieerd. De track die hier niet wordt geselecteerd, zal geen
data bevatten na het uitvoeren van de Mix Track-job.
Instellingen
1
2
1, 2
Als 3/8, 6/8, 9/8, 12/8 of 15/8 is
geselecteerd:
1/16-noottriool, 16e noot, 1/8-noottriool,
8e noot, 1/4-noot, gepunctueerde 1/4-noot
Als een andere waarde is geselecteerd:
1/16-noottriool, 16e noot, 1/8-noottriool,
8e noot, 1/4-noottriool, 1/4-noot
-
1/16
noottriool
e
16
noot
-
1/8
noottriool
e
8
noot
1/4-noottriool
1/4-noot
Gepunctueerde 1/4-noot
(noottypepictogram)
1, 2
3
1