Appendix
Problemen oplossen
Er ontbreekt geluid bij het uitvoeren van een roll
of flam op de pad.
●
Controleer de instelling van de Reject Level-parameter
(pagina 110) via de display die u oproept met
[TRIGGER] → [F4] REJECT. U wordt aangeraden de
waarde van deze parameter te verlagen.
●
Controleer de instelling van de Mask Time-parameter
(pagina 94) via de display die u oproept met [DRUM KIT]
→ [F5] PAD → [SF4] TRIGGER. U wordt aangeraden de
waarde van deze parameter te verlagen.
Het geluid wordt afgekapt.
●
Controleer de instelling van de Mono/Poly-parameter
(pagina 84) via de display die u oproept met [DRUM KIT]
→ [F2] VOICE → [SF4] OTHER. Stel deze parameter in
op 'poly'.
●
Controleer de nootinstellingen via de Stack/Alternate-
display van de Drum Kit-modus. Als er noten zijn
ingesteld die u niet nodig hebt, verwijdert u ze.
Er wordt slechts één geluid geproduceerd,
zelfs wanneer u op twee pads (drums) slaat.
●
Probeer het probleem te verhelpen door de instelling van
de Gain-parameter te verhogen (pagina 109) voor de
pad (triggeringang) die geen geluid produceert. U doet
dit via de display die u oproept met [TRIGGER] →
[F3] SENS.
●
Probeer het probleem te verhelpen door de instelling van
de Reject Level-parameter te verlagen (pagina 110) voor
de pad (triggeringang) die geen geluid produceert.
●
Controleer de instelling van de Alternate Group-
parameter (pagina 84) via de display die u oproept met
[DRUM KIT] → [F2] VOICE → [SF4] OTHER. Doe dit voor
beide pads. Als beide pads zijn toegewezen aan
dezelfde beurtwisselingsgroep, wijzigt u de instelling van
een van beide pads in een andere waarde.
Het geluidsvolume is hoger dan verwacht.
●
Controleer de instelling van de Gain-parameter
(pagina 109) via de display die u oproept met
[TRIGGER] → [F3] SENS. Probeer het probleem te
verhelpen door de instelling van deze parameter
te verlagen.
●
Controleer de snelheidscurve-instellingen (pagina 110)
via de display die u oproept met [TRIGGER] → [F3]
SENS. Stel de juiste snelheidscurve in.
●
Controleer de instelling van de Trigger Velocity-
parameter (pagina 94) via de display die u oproept met
[DRUM KIT] → [F5] PAD → [SF4] TRIGGER. Als deze
parameter bijvoorbeeld is ingesteld op '127', wordt het
geluid altijd met het maximale volume geproduceerd,
ongeacht de kracht waarmee u op de pad slaat.
Wijzig de instelling van deze parameter in een
geschikte waarde.
●
Gebruikt u een pad van een andere fabrikant dan
Yamaha? Afhankelijk van de fabrikant kunnen de
uitgangsniveaus te hoog zijn.
Het geluid stopt niet.
●
Druk op de knop [EXIT] om het geluid te stoppen.
Mogelijk blijft het geluid weerklinken als de Receive Key
Off-parameter is ingesteld op 'Off' via de display die u
oproept met [DRUM KIT] → [F2] VOICE → [SF4] OTHER.
152
DTX900 Gebruikershandleiding
De padcontroller werkt niet zoals verwacht.
●
Controleer de instelling van de Pad Controller Type-
parameter (pagina 92) via de display die u oproept met
[DRUM KIT] → [F5] PAD → [SF1] PAD CTRL. Als deze
parameter is ingesteld op 'Off', werkt de padcontroller
niet die op de aangesloten pad is geïnstalleerd.
Selecteer de juiste waarde.
●
Controleer de instelling van de Pad Type-parameter
(pagina 109) via de display die u oproept met
[TRIGGER] → [F2] TYPE. Als deze parameter is
ingesteld op een andere waarde dan 'TP120SD/100'
(voorzien van padcontroller), werkt de padcontroller niet.
●
Controleer of de randzone niet is ingedrukt. Als dat wel
het geval is, werkt de padcontroller niet.
Het 'Closed Hi-Hat'-geluid wordt niet
geproduceerd, zelfs niet als u met uw voet
op de hi-hatcontroller drukt.
●
Controleer de instelling van de Pad Type-parameter
(pagina 109) via de display die u oproept met
[TRIGGER] → [F2] TYPE. Als de RHH135 of RHH130
zowel met de HI-HAT CONTROL- als met de HI-HAT-
aansluiting is verbonden, moet de Pad Type-parameter
met INPUT ingesteld op 'hihat', worden ingesteld op
'RHH135' of 'RHH130'.
Er is geen geluid, zelfs niet als u op de rand
of de komzone van de cimbaalpad slaat.
De cimbaaldempingsfuncties werken niet.
●
Controleer de instelling van de Pad Type-parameter
(pagina 109) via de display die u oproept met
[TRIGGER] → [F2] TYPE. Als deze parameter is
ingesteld op een verkeerde waarde (bijvoorbeeld de
modelnaam van een snare- of tompad) en de INPUT-
parameter aan de linkerkant is ingesteld op 'ride'
(waarop de ridecimbaalpad is aangesloten), selecteert u
de juiste waarde (modelnaam van de ridecimbaal).
Hi-hatsplashes worden niet geproduceerd.
●
Is de voetcontroller aangesloten op de HI-HAT
CONTROL-aansluiting?
●
Controleer de instelling van de Foot Splash Sensitivity-
parameter (pagina 126) via de display die u oproept met
[UTILITY] → [F2] PAD → [SF1] HI HAT. Als deze
parameter is ingesteld op 'Off', wordt het 'Hi-Hat Splash'-
geluid niet geproduceerd.
Het geluid blijft weerklinken, zelfs als u op
de [> > > > /■]-knop drukt tijdens het afspelen van
een song.
●
Controleer of het slaan op de pad waaraan de padsong
is toegewezen, wordt opgenomen in de song. Als dat het
geval is en de Mode-parameter is ingesteld op 'play' of
'cutoff' via de display die u oproept met [DRUM KIT] →
[F5] PAD → [SF3] PADSONG, kan het afspelen van de
padsong al dan niet worden gestopt afhankelijk van het
moment waarop u tijdens het afspelen op de [> > > > /■]-knop
drukt. Als u de pad niet vindt, kunt u het geluid stoppen
door de drumkit in Drum Kit-modus te plaatsen.