Stalling
Veiligheid tijdens opslag
•
Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje
en wacht totdat alle bewegende onderdelen
tot stilstand zijn gekomen voordat u de
bestuurderspositie verlaat. Laat de machine
afkoelen voordat u deze afstelt, reinigt, stalt of er
onderhoudswerkzaamheden aan verricht.
•
Bewaar de machine en het brandstofvat niet
op plaatsen waar open vlammen, vonken of
waakvlammen (bv. van een boiler of een ander
toestel) aanwezig kunnen zijn.
De machine voorbereiden
Belangrijk:
Gebruik geen brak of teruggewonnen
water om de machine schoon te maken.
1.
Parkeer de machine op een horizontaal vlak,
stel de parkeerrem in werking, zet de motor af,
verwijder het contactsleuteltje en wacht totdat
alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn
gekomen voordat u de machine verlaat.
2.
Reinig de machine, de maai-eenheid en de
motor grondig.
Belangrijk:
Gebruik geen hogedrukreiniger
in de buurt van de elektrische
bedieningsorganen of de afdichtingen
van de cabine; dit kan immers schade
veroorzaken.
3.
Controleer de bandenspanning en stel deze
indien nodig bij, zie
(bladz.
29).
4.
Controleer de hydraulische leidingen en
slangen; herstel deze indien nodig.
5.
Controleer het peil van de hydraulische vloeistof;
zie
Het peil van de hydraulische vloeistof
controleren (bladz.
6.
Verwijder, slijp, balanceer en monteer de
messen van de maai-eenheid.
7.
Controleer of alle bevestigingen vastzitten; zet
deze vast indien nodig.
8.
Smeer alle smeernippels en breng olie aan op
de draaipunten. Veeg overtollig smeermiddel
weg.
9.
Plaatsen waar de lak is bekrast, beschadigd of
geroest, moeten licht geschuurd en bijgewerkt
worden. Eventuele deuken in de metalen
carrosserie uitdeuken.
Bandenspanning controleren
67).
72