De menu's DPF Regeneration
gebruiken
Naar de menu's DPF Regeneration gaan
1.
Navigeer naar het O
hoofdmenu.
2.
Selecteer de optie DPF-
Tijd sinds vorige regeneratie
1.
Scroll in het menu DPF Regeneration naar de
optie L
R
AST
EGEN
2.
In het veld L
AST
motor heeft gelopen sinds de vorige reset,
geparkeerde of herstel regeneratie.
Inhibit Regen instellen
Uitsluitend reset regeneratie
Een reset regeneratie leidt tot hogere temperatuur
van de uitlaatgassen. Als u de machine gebruikt
nabij bomen, struiken, hoog gras of andere
temperatuurgevoelige planten of materialen, kunt u de
instelling I
R
NHIBIT
EGEN
dat de computer van de motor een reset regeneratie
uitvoert.
Opmerking:
De optie I
gebruikt wanneer onderhoud aan de machine wordt
uitgevoerd in een afgesloten ruimte.
Opmerking:
Als u het InfoCenter vraagt om
regeneratie te verhinderen, zal het InfoCenter zolang
de motor een reset regeneratie vraagt om de 15
minuten een melding weergeven.
Belangrijk:
Wanneer u de motor uitschakelt en
weer start, schakelt de instelling Inhibit Regen
naar U
.
IT
1.
Scroll in het menu DPF Regeneration omlaag
naar de optie I
NHIBIT
2.
Selecteer de optie I
3.
Wijzig de instelling voor Inhibit Regen van Uit
naar Aan.
Voorbereiden van een geparkeerde of herstel
regeneratie
1.
Verzeker dat de machine voldoende brandstof
in de tank heeft voor de betreffende regeneratie:
•
Geparkeerde regeneratie: Verzeker
dat brandstoftank minstens ¼ vol is voor
geparkeerde regeneratie
•
Herstel regeneratie: Verzeker dat
brandstoftank minstens ½ vol is voor herstel
regeneratie
van het
NDERHOUDSMENU
.
REGENERATIE
.
R
ziet u hoeveel uur de
EGEN
gebruiken om te verhinderen
R
wordt altijd
NHIBIT
EGEN
R
.
EGEN
R
.
NHIBIT
EGEN
2.
Rij de machine naar buiten op een plaats vrij
van ontvlambare materialen of voorwerpen die
beschadigd kunnen worden door hitte.
3.
Parkeer de machine op een horizontaal
oppervlak.
4.
Schakel de aftakas uit en laat werktuigen neer
(indien aanwezig).
5.
Stel de parkeerrem in werking.
6.
Zet de gashendel op
7.
Zorg ervoor dat de airconditioning uit staat
(alleen voor machines die uitgerust zijn met een
cabine).
Een geparkeerde of herstel regeneratie
uitvoeren
Wanneer de computer van de motor een geparkeerde
regeneratie vraagt, volg dan de instructies in de
berichten van het InfoCenter.
Belangrijk:
De computer van de machine
annuleert de DPF-regeneratie als u het laag
stationaire toerental verhoogt of de parkeerrem
vrijzet.
1.
Scroll in het menu DPF Regeneration omlaag
naar de optie P
R
.
EGEN
2.
Selecteer de optie P
R
.
EGEN
3.
Controleer in het scherm V
(controle brandstofpeil) of de brandstoftank
minstens ¼ vol is indien u een geparkeerde
regeneratie gaat uitvoeren of halfvol in het geval
van een herstel regeneratie, en druk op de knop
van het weergavescherm om verder te gaan.
4.
Druk in het menu Parked Regen of Recovery
Regen op de knop van het weergavescherm om
de regeneratie te starten.
5.
Controleer in het scherm DPF-controlelijst
of de parkeerrem ingeschakeld is en het
motortoerental op laag stationair staat;
druk op het pictogram van de knop van het
weergavescherm om verder te gaan.
6.
Selecteer in het scherm I
de knop van het weergavescherm om verder te
gaan.
7.
Het InfoCenter toont de boodschap I
DPF R
.
EGEN
Opmerking:
van het weergavescherm ingedrukt om het
regeneratieproces te annuleren.
8.
Het InfoCenter toont hoe lang de regeneratie
zal duren.
39
LAAG STATIONAIR
R
of R
ARKED
EGEN
ECOVERY
R
of R
ARKED
EGEN
ERIFY FUEL LEVEL
DPF R
NITIATE
NITIATING
Houd indien nodig de knop
.
ECOVERY
EGEN