• Als het opstartscherm eenmaal is ingesteld, wordt het niet gewist,
zelfs niet als de oorspronkelijke opname wordt gewist of als de
SD-geheugenkaart wordt geformatteerd.
• Het opstartscherm wordt niet weergegeven als deze optie is ingesteld
op [Uit].
• Het opstartscherm wordt niet weergegeven als u de camera inschakelt
in de weergavestand.
Corrigeren van defecte pixels in de CCD-sensor
(pixeluitlijning)
Pixeluitlijning is een functie voor het uitlijnen en corrigeren van defecte
pixels in de CCD-sensor. Activeer de pixeluitlijningsfunctie als
beeldpunten altijd op dezelfde plaats defect schijnen te zijn.
1
Druk op de knop 3 in de stand A en druk op de
vierwegbesturing (5).
Het scherm [W Instelling] verschijnt.
[Pixeluitlijning] kan niet worden geselecteerd wanneer u op de knop
3 drukt in de stand Q.
2
Selecteer [Pixeluitlijning] met de vierwegbesturing
(23).
7
3
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm [Pixeluitlijning] verschijnt.
4
Selecteer [Pixeluitlijning] met de
vierwegbesturing (23).
182
Instelling
Pixeluitlijning
Formatteren
Einde
MENU
Pixeluitlijning
Controleert de
beeldsensor en
corrigeert defecte pixels
Pixeluitlijning
Onderbreken
3/3
OK
OK