De helderheid corrigeren (Instelling D-Range)
Hiermee wordt het dynamisch bereik vergroot en worden vloeiendere
kleurovergangen mogelijk. Bovendien zijn er minder over- of onderbelichte
gebieden. Met Hooglichtcor. worden de overbelichte gebieden aangepast
en met Schaduwcorrectie de onderbelichte gebieden.
1
Druk in de stand A op de knop 3.
Het menu [A Opnemen] verschijnt.
2
Selecteer [Inst, D-range] met de vierwegbesturing
3
(23).
3
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm [Inst, D-range] verschijnt.
4
Selecteer [Hooglichtcor.] of
[Schaduwcorrectie] met de
vierwegbesturing (23).
5
Selecteer O (Aan) of P (Uit) met de vierwegbesturing
(45).
6
Druk twee keer op de knop 3.
De camera gaat terug naar de opnamestand.
Het pictogram van de instelling voor D-Range
verschijnt op het scherm.
P
Q
O
• Wanneer [Hooglichtcor.] op O staat, staat de minimumgevoeligheid
op ISO 125.
• Als u de instelling [Hooglichtcor.] of [Schaduwcorrectie] vaak wijzigt, kunt
u tijd besparen door deze toe te wijzen aan de Groene toets (p.110).
98
Wanneer [Hooglichtcor.] op O staat
Wanneer [Schaduwcorrectie] op O staat
Wanneer [Hooglichtcor.] en
[Schaduwcorrectie] beide op O staan
Inst, D-range
Hooglichtcor.
Schaduwcorrectie
MENU
03/03/2011
03/03/2011
03/03/2011
38 38 38
14:25
14:25
14:25