Verbindingsleiding
De verbindingsleiding is door
snelkoppelingen met de binnenunit
verbonden.
Deze bieden de mogelijkheid om
de verbindingsleiding met het oog
op montagedoeleinden van de bin-
nenunit los te koppelen zonder dat
er koelmiddel verloren gaat.
LET OP
!
Het apparaat moet tijdens de vol-
ledige procedure losgekoppeld zijn
van de netspanning! Het appa-
raat mag pas opnieuw in gebruik
genomen worden wanneer alle
verbindingen opnieuw tot stand zijn
gebracht en zijn getest. De bevesti-
gingen en afdekkingen moeten op
voorhand opnieuw aangebracht zijn.
LET OP
!
Bij het verbinden of loskop-
pelen van de verbindingsleiding
moet de gepaste beschermings-
uitrusting gedragen worden.
Richtlijnen voor het loskoppelen
van de verbindingsleiding:
Koppel de apparaten enkel vlak
■
voor de montage los en laat ze
enkel net zolang losgekoppeld
als dat nodig is.
Alvorens de leidingen opnieuw
■
te verbinden, dient men zich er
van te vergewissen dat er geen
vuil, vocht, of andere vreemde
deeltjes de werking van de
snelkoppelingen zou kunnen
beïnvloeden.
Monteer in ieder geval de be-
■
vestigingsklem nadat de leidin-
gen verbonden zijn.
Het loskoppelen en verbinden
■
van de leidingen mag enkel uit-
gevoerd worden door geautori-
seerd vakpersoneel.
Het apparaat kan, wanneer
■
de werkzaamheden correct
uitgevoerd worden, onge-
veer 7 maal losgekoppeld en
opnieuw verbonden worden
alvorens een noemenswaardige
achteruitgang van het koelende
vermogen te verwachten valt.
Daarbij moet de volgende werk-
wijze gevolgd worden:
1. Schakel het apparaat uit.
2. Trek de netstekker uit het stop-
contact.
3. Verwijder de 2 schroeven van
de afdekking aan de rugzijde
van het apparaat (figuur 8).
4. Verwijder de afdekking van het
apparaat.
5. Schroef de bevestigingsklem
van de verbindingsleiding los
(figuur 9).
6. Druk op de zijdelingse strip van
de stekkerverbinding en trek
de stekker los (figuur 9).
7. Verwijder het bovenste deel
van de houder door middel van
het uitdraaien van de beide
schroeven. (afbeelding 9).
8. Verwijder de condensaataf-
voerslang (figuur 9).
9. Schroef de linker wartelmoer
los met de meegeleverde
sleutel SW 24. Houd daarbij
met de tweede sleutel SW 21
het tweede koppeldeel tegen
(figuur 10, bladzijde 10).
LET OP
!
Draai nooit het starre, onder-
ste deel.
OPMERKING
Uit de condensaatafvoerslang
kan eventueel nog restvloei-
stof stromen.
8
Achteraanzicht - binnenunit
Afdekking
Schroeven
9
Demontage - Verbindingsleiding
Verbindingsleiding
Bevestigingsklem
Stekkerverbinding
Condensaatslang
Bevestigingsklem
9