Inleiding
Basisinstelling - sen-
soradres
Basisinstelling - toepas-
sing
VEGADIF 65 • Profibus PA
6 Bediening met de display- en bedieningsmodule PLICSCOM
Ca. 60 minuten na de laatste toetsbediening wordt een automatische
terugkeer naar de meetwaarde-aanwijzing uitgevoerd. Daarbij gaan
de nog niet met [OK] bevestigde waarden verloren.
6.4
Parameters instellen
In dit hoofdstuk worden de instrumentspecifieke bedieningsparame-
ters beschreven.
Informatie:
Wanneer de instelgrenzen van de inregelparameter worden over-
schreden, van verschijnt op het display de melding "Grenswaarde niet
aangehouden". Het wijzigen kan met [ESC] worden afgebroken of de
weergegeven grenswaarde kan met [OK] worden overgenomen.
Niveau- en druksensoren werken als slaves bij Profibus PA. Voor de
identificatie als busdeelnemer moet iedere sensor een eenduidig
adres hebben. Bij uitlevering heeft iedere sensor adres 126. Daarmee
kan deze in eerste instantie op een aanwezige bus worden aangeslo-
ten. Het adres moet daarna echter worden veranderd. De verandering
wordt in dit menupunt uitgevoerd.
Sensoradres
126
De VEGADIF 65 kan worden gebruikt voor drukverschil-, niveau,
debiet- en dichtheids- en scheidingslaagmeting. De keuze van de
betreffende applicatie volgt in het menupunt "Toepassing". Afhankelijk
van de gekozen toepassing wordt de inregeling als zero-/span- of
min.-/max.-inregeling uitgevoerd.
Informatie:
De toepassingen dichtheids- en scheidingslaagmeting worden ook
via de toepassing niveaumeting gerealiseerd.
Ga voor het omschakelen naar de toepassing drukverschil- of door-
stroommeting als volgt te werk:
1. In de meetwaarde-aanwijzing op [OK] drukken, het menu-over-
zicht wordt getoond.
▶
Basisinstelling
Display
Diagnose
Service
Info
2. Het menu "Basisinstelling" met [OK] bevestigen.
Toepassing
►
Niveau
3. Het menupunt "Toepassing" met [OK] bevestigen.
47