Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

4 Monteren

Scheidingslaagmeting

30
De max. inregeling wordt voor het drukverschil uitgevoerd, die bij
dichtheid 1,2 wordt gemeten:
Δp = ρ • g • h
= 1200 kg/m³ • 9,81 m/s
= 3531 Pa = 35,31 mbar
Fig. 26: Meetopstelling bij dichtheidsmeting
In een tank met veranderend niveau kan een scheidingslaagmeting
met een verschildrukmeetversterker worden uitgevoerd. Aansluiting
op de tank via scheidingsmembranen op twee meetpunten. Een
scheidingslaagmeting is alleen mogelijk, wanneer de dichtheden van
de beide media gelijk blijven en de scheidingslaag altijd tussen de
beide meetpunten ligt. Het totale niveau moet boven het bovenste
meetpunt liggen.
Deze dichtheidsmeting werkt zowel bij open, als ook bij gesloten
tanks.
Voorbeeld voor een scheidingslaagmeting:
Afstand tussen de beide meetpunten: 0,3 m
Min. dichtheid: 800 kg/m³
Max. dichtheid: 1000 kg/m³
De min. inregeling wordt voor het drukverschil uitgevoerd, dat bij
dichtheid 0,8 wordt gemeten:
Δp = ρ • g • h
= 800 kg/m³ • 9,81 m/s • 0,3 m
= 2354 Pa = 23,54 mbar
De max. inregeling wordt voor het drukverschil uitgevoerd, die bij
dichtheid 1,0 wordt gemeten:
Δp = ρ • g • h
= 1000 kg/m³ • 9,81 m/s • 0,3 m
= 2943 Pa = 29,43 mbar
.
VEGADIF 65 onder het onderste scheidingsmembraan monteren
.
Voor beide capillairen moet de omgevingstemperatuur gelijk zijn
• 0,3 m
2
=
h g
+
p
VEGADIF 65 • Profibus PA

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave