4 Monteren
Geschiktheid voor de
procesomstandigheden
Geschiktheid voor de om-
gevingsomstandigheden
Vochtigheid
Ventilatie
16
4
Monteren
4.1
Basisinstructies voor toepassing van het
instrument
Waarborg, dat alle onderdelen van het apparaat die zich in het proces
bevinden, in het bijzonder sensorelement, procesafdichting en pro-
cesaansluiting, geschikt zijn voor de betreffende procesomstandighe-
den. Daartoe behoren in het bijzonder de procesdruk, procestempe-
ratuur en de chemische eigenschappen van het medium.
De specificaties resp. instructies daarvoor vindt u in de hoofdstukken
"Technische gegevens", "Afmetingen, uitvoeringen procesmodule"
een op de typeplaat.
Het instrument is geschikt voor normale en aanvullende omgevings-
condities conform DIN/EN/IEC/ANSI/ISA/UL/CSA 61010-1.
Gebruik de aanbevolen kabel (zie hoofdstuk "Op de voedingsspan-
ning aansluiten") en draai de kabelwartel vast aan.
U beschermt uw instrument extra tegen het binnendringen van vocht
door de aansluitkabel voor de kabelwartel naar beneden te leiden.
Regen- en condenswater kan dan afdruipen. Dit geldt vooral bij bui-
tenopstelling of in ruimten waar met een hoge vochtigheid rekening
moet worden gehouden (bijv. vanwege reinigingsprocessen) of op
gekoelde resp. verwarmde tanks.
Waarborg voor het behoud van de beschermingsklasse van het in-
strument, dat de deksel van de behuizing tijdens bedrijf altijd gesloten
en eventueel geborgd is.
Waarborg, dat de in hoofdstuk "Technische gegevens" aangegeven
vervuilingsgraad bij de aanwezige omstandigheden past.
De ventilatie van de elektronicabehuizing wordt gerealiseerd via een
filterelement bij de kabelwartels.
1
2
Fig. 9: Positie van het filterelement bij één- en tweekamerbehuizingen
1
Filterelement voor ventilatie elektronica-behuizing
2
Blindplug
1
1
2
2
2
1
VEGADIF 65 • Profibus PA