6 In bedrijf nemen met de display- en bedieningsmodule
Inbedrijfname - min.-inre-
geling
Inbedrijfname - Demping
Inbedrijfname - Stroom-
uitgang modus
42
4. Voer voor de procentuele waarde de daarbij passende afstands-
waarde in meter in voor de volle tank.
5. Instellingen met [OK] opslaan en met [ESC] en [->] naar min.-in-
regeling gaan.
Ga als volgt tewerk:
1. Met [->] het menupunt min.-inregeling kiezen en met [OK] beves-
tigen.
2. Met [OK] de procentuele waarde aanpassen en de cursor met
[->] op de gewenste positie plaatsen.
3. De gewenste procentuele waarde met [+] instellen en met [OK]
opslaan. De cursor verspringt nu naar de afstandswaarde.
4. Voer de bij de procentuele waarde behorende afstandswaarde in
meters in voor de lege tank (bijv. afstand van de sensor tot aan de
tankbodem).
Voor de demping van procesafhankelijke meetwaardevariaties stelt u
in dit menupunt een integratietijd in van 0 ... 999 s.
De fabrieksinstelling is een demping van 0 s.
In het menupunt "Stroomuitgang modus" bepaalt u de uitgangskarak-
teristiek en het gedrag van de stroomuitgang bij storingen.
De fabrieksinstelling is uitgangskarakteristiek 4 ... 20 mA, de sto-
ringsmodus < 3,6 mA.
VEGAPULS 69 • Vierdraads 4 ... 20 mA/HART