Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Afdrukken

Voor het afdrukken
• Zorg dat de printer correct op de computer is
aangesloten. (zie pagina 10.)
• Zorg dat het inktlintpatroon en de papierlade correct
zijn geladen. (zie pagina 12 en 15.)
• Zorg dat de printer driver is geïnstalleerd.
(zie pagina 11.)
POWER indicatielampje
PRINT indicatielampje
1
1
Druk op de POWER schakelaar om de printer aan
te zetten.
Het POWER indicatielampje brandt.
De PRINT, ALARM, RIBBON en PAPER
indicatielampjes branden tegelijkertijd en gaan
vervolgens uit.
Opmerkingen
• Zet eerst de printer aan.
• Zet de computer niet uit en aan wanneer deze
toegang tot de harde schijf of een diskette
verkrijgt.
2
Zet de computer aan.
3
Voer de afdruktaak uit met het softwareprogramma.
Wanneer de printer de afbeeldingsgegevens van de
computer ontvangt, knippert het PRINT
indicatielampje.
Tijdens het afdrukken brandt het PRINT
indicatielampje.
Opmerkingen
• Trek het papier niet naar buiten voordat de printer
het afdrukken heeft voltooid.
ALARM indicatielampje
RIBBON indicatielampje
PAPER
indicatielampje
• Zet de printer nooit uit tijdens het afdrukken. Gebeurt
dit wel, dan rolt het papier niet uit de printer en kan het
papier in de printer vastlopen.
• Open nooit de klep van het inktlint terwijl de printer
bezig is met afdrukken. Doet u dit wel, dan stopt de
printer met afdrukken. Wanneer u de klep van het
inktlint sluit, dan wordt het vel dat werd afgedrukt op
het moment dat u de klep opende uitgeworpen en keert
de printer terug in de standby-modus.
• U kunt meerdere kopieën van dezelfde afdrukken
maken. De printer kan echter stoppen met afdrukken
als gevolg van het scheeftrekken van het afgedrukte
vel en het branden van de ALARM indicatielampjes.
In een dergelijk geval moeten de afdrukken in de
papierlade worden verwijderd. De printer start
automatisch met het afdrukken van de resterende
kopieën.
• Laat nooit meer dan 10 afdrukvellen in de papierlade
liggen. Dit kan namelijk tot het vastlopen van papier
leiden.
Als de printer niet afdrukt
De printer drukt niet af wanneer het ALARM, PAPER
en/of RIBBON indicatielampje brandt.
Raadpleeg "Indicatielampjes op de klep van het inktlint"
on pagina 21 voor meer informatie.
Wanneer tijdens het afdrukken het papier of het
inktlint opraakt
De printer onderbreekt de afdrukopdracht.
Laad het papier in de papierlade en laad het inktlint. Het
afdrukken van de resterende kopieën start automatisch.
Het onderbreken van het maken van meerdere
kopieën van dezelfde afdrukken
Druk op de STOP knop. De printer voltooit de actuele
printopdracht en werpt het vel uit. De printer keert
vervolgens terug in de standby-modus.
Wanneer u uw afdrukken bewaart
• Voorkom dat de afdruk wordt bewaard op een plaats
met een hoge temperatuur, een hoge vochtigheid,
overmatig stof en direct zonlicht.
• Breng geen plakband op een afdruk aan. Laat nooit
een rubberen gum op een afdruk liggen en leg een
afdruk nooit in de buurt van materialen die
plastificeermiddel bevatten (bijvoorbeeld onder een
bureaumat).
17
Afdrukken

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave