3
Maak het verbruikte inktlint los van de
inktlinthouder.
Druk de inktlintspoel met daarop het inktlint in de
richting van de pijl in en verwijder de spoel van
de zijde met het grijze tandwiel.
Druk de inktlintspoel die het inktlint in de richting
van de pijl duwt in en verwijder de spoel van de
zijde met het witte tandwiel.
4
Laad het nieuwe inktlint in de inktlinthouder van de
printer.
1 Houd het inktlint stevig vast en verwijder de
afdekking van het tandwiel.
Afdekking tandwiel
Houd het inktlint stevig vast om te
voorkomen dat het valt.
2 Plaats het inktlint met het witte tandwiel (zie de
afbeelding).
1 Druk het witte tandwiel
van het inktlint in.
Zorg dat de kleur van
het tandwiel van de
inktlintspoel en de kleur
van de inktlinthouder
overeenkomen.
2 Druk de andere zijde van het inktlint in
tot het lint vastklikt.
3 Plaats het inktlint met het grijze tandwiel op
dezelfde manier zoals uitgelegd in stap 2.
1 Druk het grijze tandwiel
van het inktlint in.
2 Druk de andere zijde van het inktlint in
tot het lint vastklikt.
4 Hef eventuele speling in het inktlint op door de
tandwielen te bewegen.
13
Voor het afdrukken