Inhoudsopgave
Advertenties
Onderhoud – fouten zoeken
3.3 Uit bedrijf nemen
Afsluitventielen beginnend in de toevoer in
willekeurige volgorde sluiten.
4 Onderhoud – fouten zoeken
De drukregelaar is onderhoudsvrij, maar
wel onderhavig aan natuurlijke slijtage voor-
al aan zitting, klep en membraan. Afhanke-
lijk van de toepassing moet de drukredu-
ceer in bepaalde intervallen worden gecon-
troleerd om mogelijk foutief functioneren te
voorkomen. Zie voor oorzaken en oplossin-
gen van optredende storingen de tabel blz.
9. Wanneer storingen m.b.v. deze tabel
niet kunnen worden opgelost, neem dan
contact op met uw leverancier. Ga bij een
defect membraan te werk conform par. 4.1.
Opgelet
Bij montagewerkzaamheden aan de
regelaar moet het betreffende deel
van de installatie absoluut drukloos
worden gemaakt en afhankelijk van
het medium worden geleegd. Bij
hoge temperaturen moet afkoeling
tot omgevingstemperatuur worden
afgewacht. De stuurleiding moet zijn
onderbroken resp. vergrendeld, om
gevaar door bewegende delen van
de regelaar te voorkomen. Omdat
ventielen niet vrij van dode ruimte
zijn, moet erop worden gelet, dat er
nog mediumresten in het ventiel zijn
achtergebleven. Dat geldt vooral
voor ventieluitvoeringen met ontlast-
balg. Het verdient aanbeveling, het
regelventiel te demonteren uit de lei-
ding.
8
EB 3005/3007
4.1 Vervangen van het membraan
Wanneer alleen het membraan defect is,
dan kunnen na ontlasten van het installatie-
deel de stuurleidingen worden afgeschroefd
en kan de aandrijving van het ventiel wor-
den gedemonteerd, zonder dat het gehele
regelventiel hoeft te worden uitgebouwd.
Type 2420:
1. Schroeven (15) op de aandrijving los-
maken.
Opgelet! De ingebouwde veren kunnen
onder een sterke voorspanning staan.
In dit geval moet altijd eerst de korte en
daarna de lange schroeven gelijkmatig
worden verwijderd.
2. Onderste afdekplaat met verenpakket
afnemen, dan bovenste deel van het
membraanhuis van de membraanstang
aftrekken.
3. Moer (18) afschroeven, daarbij met ge-
schikt gereedschap de onderste mem-
braanstang resp. de contramoer tegen-
houden.
4. Membraanschotel (19) en membraan
verwijderen. Nieuw membraan plaat-
sen.
5. Voor montage in omgekeerde volgorde
te werk gaan.
Inbedrijfname conform par. 3.1 uitvoeren.
Type 2425:
1. Moer (17) afschroeven en gehele veren-
stel afnemen.
2. Schroeven (15) verwijderen en de bei-
de delen van het membraanhuis van de
membraanstang aftrekken.
3. Membraanstang met moer (18) in bank-
schroef spannen en moer (18.1) samen
Advertenties
Inhoudsopgave
