10.3.1.
ROOkkanalen Of kOppelingen
voor de montage van rookkanalen moeten elementen gebruikt
worden in onbrandbaar materiaal, geschikt om te weerstaan aan
de verbrandingsproducten en aan hun eventuele condensatie.
het gebruik van flexibele buizen in metaal en in cementvezel is
verboden voor de aansluiting van de toestellen op het rookkanaal,
ook op reeds bestaande rookkanalen.
er moet continuïteit zijn tussen de buis voor de rook en het
rookkanaal zodat het rookkanaal niet steunt op de generator.
de buizen voor de rook mogen niet lopen door lokalen waar de
installatie van verbrandingstoestellen verboden is.
de montage van de buizen voor de rook moet zo gebeuren
teneinde de afsluiting van de rookgassen voor de werking van het
toestel te verzekeren, de vorming van condens te vermijden en te
voorkomen dat de rook weer naar het toestel terugkeert.
in de mate van het mogelijke moet de montage van horizontale
stukken vermeden worden.
voor toestellen waar men afvoerpijpen door het plafond of op de
wand moet bereiken die niet in de lijn liggen met de uitgang van de
rookgassen van het toestel, dienen de veranderingen van richting
uitgevoerd te worden met gebruik van open bochtstukken van
niet meer dan 45° (zie figuren hieronder).
voor
de
toestellen
warmtegeneratoren
elektroventilatoren voor de uitstoot van rookgassen, moeten de
volgende instructies nageleefd worden:
figuur 8
figuur 9
16
de horizontale stukken moeten een minimum helling van
3% omhoog hebben
de lengte van het horizontale stuk moet zo kort mogelijk zijn
en in ieder geval niet langer dan 3 meter
het aantal veranderingen van richting met inbegrip van het
effect door het gebruik van het "t" element mag niet meer dan 4
zijn (indien men 4 bochten gebruikt, gebruik dan leidingen met
dubbele wand met een binnendiameter van 120 mm).
in ieder geval moeten de buizen voor de rook de
verbrandingsproducten en condens binnen kunnen houden, en
geïsoleerd wanneer ze buiten het lokaal van installatie passeren.
het gebruik van elementen in tegenhelling is verboden.
de buis voor rookafvoer moet het weghalen van roet toelaten of
uit te vegen zijn.
de buis voor rookafvoer moet een constante doorsnede hebben.
eventuele veranderingen van doorsnede zijn enkel toegelaten bij
de koppeling op het rookkanaal.
het is verboden om binnen de buizen voor rookafvoer andere
kanalen voor afvoer van lucht of installatieleidingen te laten lopen,
ook al is de buis ruim genoeg. de montage van voorzieningen voor
het manueel regelen van de trek is niet toegelaten bij toestellen
met geforceerde trek.
voorzien
van
10.3.2.
ROOkkanaal
isolering
de schoorsteen of het rookkanaal moeten aan de volgende
vereisten voldoen:
de
hermetisch en voldoende geïsoleerd en afgeschermd volgens
de gebruiksomstandigheden;
uitgevoerd in materiaal geschikt om te weerstaan aan
normale mechanische belastingen, aan de warmte, aan de
werking van de verbrandingsproducten en aan eventuele
condens;
hoofdzakelijk verticale uitgang hebben met niet meer dan
45° afwijking ten opzichte van de as;
op voldoende afstand van brandbare of ontvlambare
materialen door middel van luchtbuffers of geschikte isolering;
bij voorkeur een ronde binnendoorsnede hebben: de
vierkante of rechthoekige doorsneden moeten afgeronde
hoeken hebben met een straal niet minder dan 20 mm;
een
onafhankelijk;
rechthoekige
verhouding tussen de zijden van 1,5.
het is aanbevolen dat het rookkanaal voorzien is van een
opvangkamer voor vaste materialen en eventueel condens, onder
de inlaat van de buis voor de rook, zodat deze gemakkelijk te
openen is en inspecteerbaar via een luchtdicht luikje.
rookkanaal
10.3.3.
keTelRuiMTe
hieronder worden enkele afbeeldingen gegeven met de maten
die de firma aanraadt om te respecteren.
voor het model "lucrezia idro" moet men de maten voor lp14
inspectie
respecteren.
SchOORSTeen Of enkelVOudig
verbrandingsproducten
constante
binnendoorsnede
doorsneden
hebben
aanbeVOlen afSTanden VOOR de
kunnen
binnenhouden,
hebben,
vrij
en
met
maximum
installatie