8. Waarschuwingen, fouten, verhelpen
8 Toestel schakeld niet af
resp. wijst
schakelstoringen
van verschillende aard
op
8.2 Onregelmatige niveautoestanden
Uitvallen van niveauschakelaars kunnen gedeeltelijk worden herkend en activeren in het
bedrijfsaard „Auto" een zinvolle noodstuurinrichting. Hetkend de stuurinrichting een niet plausibele
toestand van den niveauschakelaar, vindt de storingsmelding „Niveau" plaats en dat door
knipperen van de rode „Looptijd/niveau"-LED en het relais „Storing". De storingsmelding kan met
het „Alarm Reset"-Toetser worden gelossd, wanneer de defect is geleimineerd, of opgrond van de
aangrensende niveausignale geen niveaufout is herkenbaar. Algemeen niet onderscheidbaar zijn
niet sluitende „Alarm"-niveauschakelaars en niet opende „Aan"-niveauschakelaars.
Onregelmatige niveautoestanden beduiden gebuikelijkerweijse een fout van niveauschakelaars of
van de verkabeling. Een onderhoud mag alleen door een elektrovakkracht plaats vinden.
Afzonderlijk toestel
Tussen een niet sluitend „Aan"-niveauschakelaar en een niet opende „Alarm"-niveauschakelaar
kan
niet worden onderscheiden. Ligt het „Alarm"-Niveau zonder „Aan"-Niveau aan, zo vind de melding
van het niveaufout plaats. De motor wordt niet ingeschakeld. Maar sluit in deze toestand het „Aan"-
Niveauschakelaar aan, zo wordt de pomp ingeschakeld. Het openen van de „Aan"-
Niveauschakelaar schakeld de pomp af.
schuimvorming in het toestel
Vervetting van het bak resp.
de
pompen door versterkte
inleiding
van vetten
Ontluchting van de
niveaustuurinrichting
verstopt
Niveaustuurinrichting
vervuild;
Niveaudrukschakelaar
onjuist ingesteld of defect
Was- en afwasmiddelverbruik
reduceren
Reinigen van de complete toestel,
vetinleiding controleren
Kabel tussen schakeltoestel en
niveaustuuring op kinken en juist
verleging (geliikmatig helling)
controleren, resp. corrigeren of
uitwisselen
Niveaustuurinrichting afbouwen,
dompelpijp reinigen, drukschakelaar
controleren, resp. inzetten
28