5.2.3. Programmeerbaar relais-instellingen
Het programmeerbare relais kan worden geconfigureerd voor verschillende relaismodi. Elke modus zorgt ervoor dat het relais
onder verschillende omstandigheden schakelt. Sommige van deze voorwaarden zijn vooraf bepaald en sommige kunnen worden
aangepast. Naast de "relaismodus" kan een minimale sluittijd van het relais worden ingesteld.
Het programmeerbare relais biedt drie aansluitingen:
• NO (Normaal geopend)
• C (Beide)
• NC (Normaal gesloten)
Relaisstatus
Verbinding
tussen
Aangeschakeld
C en NO
Uitgeschakeld
C en NC
Relais-modus
Relais altijd uit
Met deze optie schakelt u het relais uit. Het zal de andere relaisopties uitschakelen. Gebruik deze
optie als u niet van plan bent om de relaisfunctie te gebruiken.
Paneelvoltage
Met deze optie schakelt u het relais AAN wanneer de paneelspanning te hoog wordt.
hoog
Paneelvoltage Hoog instellingen Te hoge paneelspanning. (Door gebruiker gedefinieerd voltage)
Paneelspanning niet meer te hoog. (Door gebruiker gedefinieerd voltage) Deze optie schakelt het
relais AAN wanneer het paneelvoltage stijgt boven de gekozen "Te hoge paneelspanning" instelling,
en schakelt het relais UIT wanneer het paneelvoltage daalt tot onder de gekozen "Paneelspanning
niet meer te hoog" instelling. Zorg er natuurlijk voor dat de instelling "Te hoge paneelspanning" hoger
is dan de instelling "Paneelspanning niet meer te hoog". Deze instellingen mogen nooit hoger zijn dan
de maximale spanning die is toegestaan door uw MPPT-acculader.
Pagina 25
MPPT zonnelader handleiding
Relay
C
Interne werking van het programmeerbaar relais
Beschrijving en opmerkingen
NC
NO
Configuratie en instellingen