TOETS-/SCHIJFINSTELLINGEN
Om toegang te krijgen tot bedieningsopties, drukt u op
MENU/OK, selecteert u het tabblad D (INSTALLATIE) en kiest u
TOETS-/SCHIJFINSTELLINGEN.
Instelling
Instelling
INSTELLINGEN
INSTELLINGEN
FOCUSHENDEL
FOCUSHENDEL
x BEWERK/SLA OP
x
BEWERK/SLA OP
SNELMENU
SNELMENU
F BEWERK/SLA OP
F
BEWERK/SLA OP
SNELMENU
SNELMENU
FUNCTIE-INS. (Fn)
FUNCTIE-INS. (Fn)
COMMANDOSCHIJF
COMMANDOSCHIJF
INSTELLING
INSTELLING
BEDIENING MET o
BEDIENING MET
RICHTING
RICHTING
COMMANDOSCHIJF
COMMANDOSCHIJF
SLUITER AF
SLUITER AF
SLUITER AE
SLUITER AE
NEEM OP ZONDER KAART
NEEM OP ZONDER KAART Kies of de sluiter kan worden ontspannen als er geen
6
SCHERPSTELRING
SCHERPSTELRING
BEDIENING FOCUSRING
BEDIENING FOCUSRING
REGELRING-INSTEL.
REGELRING-INSTEL.
122
Kies de functies uitgevoerd door de scherpstellingstok
(scherpstelhendel).
Kies de items die worden weergegeven in het snelmenu
tijdens fotografi e.
Kies de items die worden weergegeven in het snelmenu
tijdens fi lmopname.
Kies de functies die worden vervuld door de functietoet-
sen.
Kies de functies die worden vervuld door de comman-
doschijven.
o S.S.
S.S. Kies of u de sluitertijd fi jn wilt afstellen met behulp van de
commandoschijven.
Kies of de rotatie van de instelschijf wordt omgekeerd
voor gebruik bij het aanpassen van instellingen.
Kies of de camera scherpstelt wanneer de ontspanknop
half wordt ingedrukt.
Kies of belichting vergrendelt (AE-vergrendeling) zolang
de ontspanknop half is ingedrukt.
geheugenkaart in de camera is geplaatst.
Kies de richting waarin de scherpstelring moet worden
gedraaid om de scherpstelafstand te veranderen.
Kies hoe de camera de scherpstelling aanpast in reactie
op bewegingen van de scherpstelring.
Stel functies in die zijn toegewezen aan de regelring.
Beschrijving
Beschrijving