AF/MF INSTELLINGEN
Om AF/MF-instellingen weer te geven, drukt u op MENU/OK in de
fi lmopnameweergave en selecteert u het tabblad G (AF/MF
INSTELLINGEN).
Instelling
Instelling
F SCHERPSTELGEBIED
F
SCHERPSTELGEBIED
F SCHERPSTELLING
F
SCHERPSTELLING
F AF-C AANGEPASTE
F
AF-C AANGEPASTE
INSTELL.
INSTELL.
x
x F
F WRAP FOCUSPUNT
WRAP FOCUSPUNT Kies of de selectie van het scherpstelgebied wordt be-
Fg INST. GEZICHTS-/
Fg
INST. GEZICHTS-/
OOGHERKEN.
OOGHERKEN.
F INSTELLING
F
INSTELLING
ONDERWERPDETECTIE
ONDERWERPDETECTIE
F
F AF+MF
AF+MF
F HF ASSISTENTIE
F
HF ASSISTENTIE
F
F VERGRENDEL MF ASSIST
VERGRENDEL MF ASSIST
6
& SCHERPSTELRING
& SCHERPSTELRING
F
F SCHERPSTELLOEP
SCHERPSTELLOEP
x
x F
F DIRECT AF-
DIRECT AF-
INSTELLING
INSTELLING
114
Kies het scherpstelgebied.
Kies de grootte van het scherpstelgebied.
Selecteer scherpstelvolgopties bij het opnemen van fi lms
met C geselecteerd voor scherpstelmodus.
grensd door de kaders van het scherm of „rondloopt" van
de ene rand van het scherm naar de andere.
Kies of de camera voorrang geeft aan gezichten van
personen boven achtergrondobjecten bij het instellen van
scherpstelling en belichting.
Kies of de camera prioriteit geeft aan onderwerpen van
een geselecteerd type, zoals dieren of voertuigen, bij het
instellen van de scherpstelling.
Kies of handmatige scherpstelling kan worden geacti-
veerd tijdens autofocus door aan de scherpstelring te
draaien.
Kies hoe scherpstelling wordt weergegeven in handmatig
scherpstelmodus.
Kies of de scherpstelweergave geselecteerd voor F HF
ASSISTENTIE verschijnt wanneer in de handmatige
scherpstelstand aan de scherpstelring wordt gedraaid.
Kies of de weergave automatisch inzoomt op een van
de geselecteerde scherpstelgebieden wanneer er in de
handmatige scherpstelstand aan de scherpstelring wordt
gedraaid.
Kies hoe de camera scherpstelt wanneer functieknoppen
waaraan functies zoals AF-vergrendeling zijn toegewezen,
worden ingedrukt in de handmatige scherpstelstand.
Beschrijving
Beschrijving