BESTUREN EN ONDERHOUD
Ed. 02.02
HET AFSTELLEN VAN DE KETTINGEN
De transmissiekettingen moeten zodanig worden afgesteld, dat er op de gespannen band een speling is van +0 -15 mm,
overeenkomstig het schema. Het afstelen geschiedt door de kettingspanner A aan te draaien of door deze op de steun een
gaatje te verplaatsen.
N.B. = De kettingen bij voorkeur met olie smeren.
A
MAX 30
FIG. 9
SPANNING AFVOERBAND
De afvoerband wordt onder spanning gehouden door de veren (Part. A - Fig. 10) die geplaatst worden op de voorkant van
het tapijt. De spanning er van wordt geregeld bij stilstaande band en men moet er op letten dat de ruimte tussen de
spiraalwikkelingen tussen 0,5 en 1 millimeter. Ligt.
Voor een goede werking van de afvoerband, dient te worden gecontroleerd of de band van binnen schoon is, of de
rollen schoon zijn en of de schrapers goed zijn geplaatst.
A
FIG. 10
146